Curator heeft maar één belang
Curatoren in Nederland gaan te werk als een begrafenisondernemer. „Ook een uitvaart moet netjes worden afgewikkeld”, zegt curator Marinus Pannevis van DLA Piper uit Amsterdam, nu DSB Beheer BV ten onder is gegaan.
Pannevis is als bewindvoerder onder meer verantwoordelijk voor de afwikkeling van het faillissement van Icesave in Nederland.Curatoren hebben tijdens hun werk maar één belang en dat is dat van de schuldeisers. Die kunnen de curator ook ter verantwoording roepen tijdens zogeheten crediteurenvergaderingen. Het is de taak van de curatoren om alles wat valt onder DSB Beheer BV te gelde te maken. Dat geld is immers nodig om te verdelen onder de schuldeisers, waar zelfs directeur Dirk Scheringa als aandeelhouder er een van is.
„De partij die als eerste geld krijgt, is het apparaat dat het faillissement afwikkelt: het personeel dat nog doorwerkt, de curatoren, maar ook degene die elektriciteit levert en de broodjes. Daarna zijn de zogeheten preferente crediteuren aan de beurt, zoals de Belastingdienst en UWV. De groep spaarders en leveranciers staat op een derde plaats. Daarna komen de mensen met een achtergesteld deposito en pas op een vijfde plaats staan de aandeelhouders, zoals Scheringa”, licht Pannevis toe.
Om al het geld voor de verdeling te innen, moeten aandelen en gebouwen te gelde worden gemaakt en vorderingen zoals hypotheken worden geïnd. Pannevis vindt het moeilijk om de marktwaarde te bepalen. „Kijk, als je in huis nu een klomp goud vindt, zal die wel zijn waarde behouden.” Veel zaken die onder DSB Beheer vielen, zijn echter zo specifiek dat ze niet zo gemakkelijk te verkopen zijn, zoals het museum in aanbouw en de voetbalclub. Dat wordt maatwerk. Maar faillissementen hebben een prijsdrukkend effect. „Hoe couranter de bezittingen, hoe meer ze opbrengen.”
De verkoop daarvan kan snel gaan, of dat nu onderhands gebeurt of openbaar. Dat die meestal heel lang duurt, komt doordat er allerlei rechtszaken kunnen gaan spelen. Dan kan de boedel nog niet worden verdeeld. Een andere belemmering kan zijn dat bijvoorbeeld een hypotheekportefeuille bij verkoop te weinig oplevert. „Dan kun je besluiten om die niet te verkopen, maar de kredieten die daarop binnenkomen, te innen en dus de afloop van de portefeuille af te wachten. Zit er eenmaal veel geld in kas, dan moet de curator alvast een eerste uitkering doen aan alle schuldeisers. Hij kan het geld niet vasthouden”, aldus Pannevis.
In het belang van de schuldeisers onderzoekt de curator ook of Scheringa geld heeft weggesluisd. „Geldstromen in het concern worden in kaart gebracht. En de curator onderzoekt de oorzaken van het faillissement. Hij bekijkt of er sprake is van wanbeleid, of de directie goed heeft bestuurd.