Kerk & religie

Een dag van stilte op de hele aarde

Laat op de zondag alles na waarmee men geld of tijd wint. God wil dan algehele stilte op de gehele aarde.

W. B. Kranendonk
23 October 2009 08:52Gewijzigd op 14 November 2020 08:58
Het gaat erom dat de gemeente die dag samenkomt. Foto ANP
Het gaat erom dat de gemeente die dag samenkomt. Foto ANP

Dat is kort samengevat hetgeen Wilhelmus à Brakel in zijn ”Redelijke godsdienst” zegt over de zondagsviering. Handwerk en handel moeten blijven rusten. De zondag moet geheel gewijd zijn aan de dienst van God, zonder dat mensen terechtkomen in een bekrompen „raakt niet, smaakt niet, mag ik dit wel doen? Mag men dat wel doen? De sabbat is geen strik; maar een dag van verlustiging, doch niet voor het zondig vlees.”Brakel is met zijn opvattingen over de zondagsviering een echte vertegenwoordiger van de Nadere Reformatie, die onder invloed van het Engelse puritanisme ijverde voor een nauwgezette onder­houding van het vierde gebod.

De strijd die nadere reformatoren voerden, was niet gemakkelijk. Weliswaar had de synode van Dordrecht bepaald dat men op de eerste dag van de week moet rusten van alle slaafse arbeid en van alle recreatie die de kerkdienst verhinderen zou – de praktijk was weer­barstig.

Latere kerkelijke uitspraken nuanceerden de Dordtse besluiten. Zo bepaalde de synode van IJsselstein in 1626 dat het in regenachtige tijden was toegestaan om op zondag, na afloop van de kerkdienst, het koren binnen te halen en dat „eerbare vermaking” op de eerste dag van de week niet verboden was.

Tot verdriet van veel rechtzinnige predikanten bleek de zondag in de praktijk een dag van veel vermaak en weinig ernst. Het kwam zelfs voor dat ambtsdragers zich na afloop van de kerkdienst naar de plaatselijke herberg spoedden om met relaties de maaltijd te gebruiken.

Het is vooral de invloedrijke theoloog Voetius geweest die in zijn theologisch onderwijs en zijn geschriften aandrong op een nauwe betrachting van het vierde gebod. Daarbij gebruikte hij de boeken van Engelse puriteinen. Met hen deelde hij de opvatting dat de zondag de sabbat van het Nieuwe Testament is en dat voor de invulling daarvan het vierde gebod norm is. Niet alleen het verrichten van handwerk; ook het reizen, het studeren en deelnemen aan recreatieve activiteiten noemt Voetius een ontheiliging van de zondag. Het gaat erom dat de gemeente die dag samenkomt en dat buiten de kerkdiensten de mensen bezig zijn met geestelijke oefeningen.

Ondanks tegenstand en strijd heeft de opvatting van de Nadere Reformatie over een nauwgezette zondagsviering een belangrijk stempel gezet op het kerkelijk en maatschappelijk leven in ons land. Niet het minst moet daarbij de invloed van Brakel worden genoemd. In zijn dogmatisch standaardwerk waarschuwde hij dat de zondag geen werkdag, geen marktdag, geen plezierdag en geen zondedag mocht worden.

Maar de zondag mag ook geen „ezelsdag” zijn door de gehele dag lui en ledig door te brengen. Het lichaam heeft rust nodig, maar het gaat er op zondag vooral om tijd te hebben voor de dienst van de Heere. Het is niet bedoeling „een gat in de dag te slapen.” Op dat punt is Brakel somber. Men verslaapt de morgendienst, vereet de middagdienst en verwandelt de avonddienst. „En zo men al een of tweemaal in de kerk geweest is, men heeft misschien daar geslapen of is met andere gedachten bezig geweest en heeft geen meerder nut van daar gehaald dan een ezel. Deze mensen beelden zich echter in, dat ze de sabbat goed hebben doorgebracht; want zij hebben gerust en zijn in de kerk geweest.”

Dit is de vierde aflevering in een vijfdelige serie in de aanloop naar het Kamerdebat over de aanscherping van de Winkel­tijdenwet, volgende week. Morgen in Accent het slot.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer