Gezichtsbepalend
De Schotse professor Wiseman publiceerde onlangs de uitkomsten van zijn experiment met verloren portemonnees. Op de straten van Edinburgh liet hij enkele exemplaren achter om te zien of deze door de vinders werden teruggebracht. De portemonnees bevatten geen geld maar wel andere kostbaarheden zoals kortingsbonnen, loten en passen. Daarnaast zat zichtbaar in sommige portemonnees een bewijs van een gift aan een goed doel. Andere toonden een foto van een jong hondje, een familie, een bejaard stel of een baby.
FamiliefotoVoor Wiseman waren de resultaten verrassend. Zonder foto werd slechts 15 procent teruggebracht. De portemonnees met donatiebewijs kwamen iets vaker terug: 20 procent. Portemonnees met een foto van een bejaard stel werden iets vaker teruggebracht, te weten 28 procent. De exemplaren met familiefoto deden het aanzienlijk beter: hiervan werd 48 procent teruggebracht. En de portemonnees met babyfoto kenden het hoogste percentage: hiervan kwam 88 procent terug!
Wat zeggen deze resultaten? Het slechte nieuws is dat bijna niemand een portemonnee terugbrengt wanneer hij geen foto of donatiebewijs bevat. Het goede nieuws is dat bijna iedereen een portemonnee terugbrengt als hij een babyfoto bevat.
Kennelijk roept een foto affectie en genegenheid op. Hij geeft het gevonden voorwerp een gezicht en appelleert aan het verantwoordelijkheidsbesef van vinders. Vooral de babyfoto roept zorggevoelens op.
Identiteit
Wat kunnen we met deze resultaten? Volgens de onderzoekers is het verstandig om zichtbaar een babyfoto in je portemonnee te plaatsen. Probleem is wel dat wanneer iedereen dit doet, vinders juist niet meer worden geraakt door de foto.
In meer algemene zin laat dit onderzoek zien dat wanneer mensen zich kunnen identificeren met iets of iemand, zij eerder zullen helpen. Tegelijkertijd betekent het dat naarmate relaties anoniemer en afstandelijker worden verantwoordelijkheidsbesef en zorggevoelens afnemen.
Dit laatste is een nijpend maatschappelijk probleem. Buren die elkaar nooit zien. Kerkgangers die jarenlang bij elkaar in de bank zitten, maar elkaar niet kennen. Collega’s op het werk die langs elkaar heen leven. Bedrijven die niet weten wie hun klanten zijn. Politici die hun kiezers veronachtzamen. Dit lijdt tot situaties waarin kerkgangers maanden niet meer in de kerk komen zonder dat iemand het signaleert, burgers die zich vervreemden van de politiek en consumenten die het vertrouwen in een bedrijf opzeggen.
Willen verantwoordelijkheidsbesef en onderlinge betrokkenheid toenemen, dan dienen mensen en organisaties een gezicht te hebben, een identiteit, een herkenbaar profiel. Een voorbeeld hoe dit positief uitpakt is verzekeraar Interpolis. Bij schade hoeft een klant niet langer bonnetjes in te dienen en formulieren in te vullen. De klant moet nu de schade telefonisch melden. Dat persoonlijke contact leidt tot minder fraude. De organisatie krijgt immers een gezicht.
Kortom, de vraag is niet alleen welke foto in uw portemonnee zit en wanneer u een gevonden exemplaar terugbrengt. Maar vooral of u een gezicht heeft. En ook of u het gezicht van uw naaste kent.
Muel Kaptein is hoogleraar bedrijfsethiek aan de Erasmus Universiteit en directeur bij KPMG.
Reageren aan scribent? nietbijbroodalleen@refdag.nl.