„Geef mediator verschoningsrecht”
De wettelijke EU-richtlijn voor grensoverschrijdende mediations is een stap in de goede richting om ook nationale conflictbemiddeling een plaats te geven in de Nederlandse wetgeving.
Dat concludeerden sprekers op een symposium over de implementatie van de EU-richtlijn woensdag in Utrecht. Een wettelijke regeling zou voor mediators bijvoorbeeld de weg banen om gebruik te maken van het verschoningsrecht.De Nederlandse overheid pleitte er steeds voor mediation over te laten aan het veld. Ook tijdens het lange traject dat leidde tot de Europese richtlijn, stelde Nederland zich terughoudend op. De kracht van bemiddeling bij conflicten door mediators is juist dat het een niet-juridische route is, waaraan op basis van vrijwilligheid kan worden deelgenomen. Mediation inbedden in de wetgeving zou deze alternatieve manier van geschillenbeslechting slechts verder juridiseren, was het Nederlandse standpunt.
De voorzitter van het Nederlandse Mediation Instituut (NMI), Daan de Snoo, gaf tijdens het symposium aan dat mediation in Nederland door de beroepsgroep goed geregeld is. Hij zag de mediationrichtlijn als een gewenst middel om te verzilveren wat het NMI de achterliggende jaren aan kwaliteitsbewaking heeft gedaan.
De Snoo pleitte voor een wettelijk Register voor Mediators, zoals dat bijvoorbeeld geldt voor tolken-vertalers. Dat zou partijen in de markt verzekeren van een goede professionele standaard.
Hoogleraar Ton Jongbloed, oprichter van het Utrecht Mediation and Negotiation Programme van de Universiteit Utrecht, is van mening dat mediators het verschoningsrecht behoren te hebben. Ze kunnen zich dan in eventuele gerechtelijke procedures evenals bijvoorbeeld artsen, predikanten en journalisten beroepen op beroepsgeheim.
Toekenning van het verschoningsrecht is pas mogelijk als de toegang tot het beroep en de tuchtrechterlijke controle wettelijk geregeld is. Zowel De Snoo als Jongbloed voorspelde dat bij een wettelijke inbedding van het beroep van mediator het aantal officiële beroepsbeoefenaars in Nederland drastisch zal dalen. Bij een wettelijke inkadering zullen er zwaardere eisen gesteld worden aan de mediator en daarmee zou de toegang beperkt worden. De huidige norm is dat een mediator naast de toegangseisen van de opleiding, kennistoets en assessment, minimaal drie mediations per jaar uitvoert en deelneemt aan een programma voor permanente educatie. De deelnemers aan het symposium waren het erover eens dat er naast de wettelijke omschreven mediation ruimte moet blijven voor activiteiten als buurtbemiddeling.
De EU-richtlijn moet uiterlijk 21 mei 2011 geleid hebben tot een kaderwet voor internationale mediations.