Cultuurhistorische erven opgeknapt
In de IJsseldelta bij Kampen zijn 119 historische erven en 32 boerderijen opgeknapt. In het subsidieproject Streekeigen Huis en Erf zijn bomensingels aangeplant, fruitboomgaarden teruggeplaatst en is achterstallig onderhoud aan boerderijen weggewerkt.
In het open landschap van het Kampereiland heeft de wind snel vat op de erven. M. Schrijver moet op zijn erf regelmatig de plastic doeken die over de voerkuilen zijn gespannen, vervangen. „Als de wind er vat op krijgt, scheurt het kapot.”Rondom zijn erf heeft hij bij de voerkuilen nieuwe bomen en struiken geplant. Het moet de voerkuilen niet alleen uit de wind houden, maar het verbetert ook het aanzicht vanaf de openbare weg.
Hij wijst naar zijn boerderij, even verderop op een terp. „Een jaar of vijftig geleden stonden daar veertig fruitbomen. Onder die bomen bleef het echter vochtig en het fruit trok ongedierte aan. Men heeft die bomen toen gekapt.”
Op het Kampereiland, maar ook in de polder Mastenbroek in de gemeenten Kampen en Zwartewaterland, staan veel boerderijen op terpen. Vóór de boerderijen stonden van oudsher fruitbomen en het erf werd voor de wind afgeschermd met een bomenrij. „Dergelijke kenmerken van de streek zijn belangrijk, want ze tonen de diversiteit van het landschap.”
Waarin verschillen bijvoorbeeld streken als Salland, Twente en de IJsseldelta? „Voor een groot deel worden die verschillen bepaald door de erven”, zegt L. de Haan, adviseur ruimtelijke kwaliteit van Het Oversticht. Deze organisatie wil het stedelijk en het landelijk schoon behouden. „Veel van die streekeigen kenmerken, zoals de specifieke bouw van boerderijen of vormen van beplanting rondom het erf, zijn door aanpassingen aan moderne tijden verdwenen.”
Het Oversticht, Monumentenwacht en Landschap Overijssel sloegen in 2004 de handen ineen om verdwijnende streekkenmerken terug te krijgen in het landschap. Eerst in de polder Mastenbroek, later uitgebreid tot het hele Nationale Landschap IJsseldelta.
Elk van deze polders heeft zo zijn eigen unieke geschiedenis. De polder Mastenbroek is een zeldzame veenontginning die rond 1364 werd drooggelegd. Herkenbaar voor deze polder zijn de openheid en de rechte structuren, omlijst door water.
Kampereiland en de buitenpolders danken hun bestaan aan de IJssel. Bij de monding van de rivier kwamen klei en zand terecht, waardoor eilandjes ontstonden. De stad Kampen legde er in 1302 de eerste dijk aan, waarna in de decennia erna boerderijen werden gebouwd. Omdat er zich nog regelmatig overstromingen voordeden, werden deze op terpen gebouwd.
„De oude erven op terpen zijn in de loop der jaren echter uit hun voegen gebarsten”, zegt K. van der Put van Landschap Overijssel. Zo zijn er schuren bijgeplaatst en verdwenen de bomen die van oudsher rondhet erf staan. „Deze essen zijn nu teruggeplaatst om het beeld en de functie van vroeger te herstellen.”