Huisarts wil minder fouten maken
Huisartsen, apothekers, verloskundigen, tandartsen en fysiotherapeuten gaan proberen minder fouten te maken bij de behandeling van patiënten.
Ze hebben daarover dinsdag afspraken gemaakt met het ministerie van Volksgezondheid.Ziekenhuizen en medisch specialisten zijn al langer bezig de patiëntveiligheid te verbeteren. Dat was nodig nadat uit diverse rapporten was gebleken dat in Nederland elk jaar honderden mensen onnodig sterven door bijvoorbeeld een verkeerde diagnose, fouten bij de operatie of het geven van verkeerde medicijnen.
Nu zijn ook de zorgverleners buiten de ziekenhuismuren aan de beurt. Ze hebben schriftelijk vastgelegd dat ze dossiers van patiënten beter gaan bijhouden, telefonisch beter bereikbaar zijn, de gegevens over medicijngebruik van patiënten beter registreren en de informatie over patiënten beter aan elkaar overdragen.
Volgende week promoveert aan de Rijksuniversiteit Groningen Marian Oud op een proefschrift met de titel ”Zorg van de huisarts voor mensen met ernstige psychische stoornissen”. Daarin staat dat de huisarts zelf meer initiatief moet tonen als hij patiënten met psychotische stoornissen in zijn bestand heeft. „De huisarts moet niet wachten tot de patiënt of zijn familie om hulp komt vragen, maar moet de patiënt regelmatig zelf zien.”
Uit het onderzoek van Oud komt naar voren dat huisartsen het opsporen en behandelen van lichamelijke aandoeningen bij psychosepatiënten wel tot hun verantwoordelijkheid rekenen, maar dat ze daarin vooralsnog geen uniform beleid voeren.
„Patiënten met psychotische stoornissen hebben een grotere kans op bijkomende lichamelijke aandoeningen als overgewicht, suikerziekte, hart- en vaatziekten en longziekten. Zij hebben een kortere levensverwachting. Door hun sociale en cognitieve beperkingen en omdat deze patiënten niet altijd een duidelijke hulpvraag hebben, is het voor huisartsen moeilijker in te schatten welke geneeskundige zorg er nodig is”, vindt de promovendus.
Oud beweert dat hierdoor aandoeningen bij deze patiënten vaak pas later worden vastgesteld en behandeld. Daarom bepleit de promovendus, die geneeskunde studeerde en sinds 1988 werkt als huisarts in Groningen, een richtlijn voor de huisartszorg aan patiënten met psychotische stoornissen. „Er is een brede benadering nodig.”