Dat zei hij vrijdag tijdens een congres over de stigmatisering van Marokkaanse jongeren. „Sinds 11 september 2001 weten we dat internationale conflicten en spanningen hun weerslag kunnen hebben op de emoties van ons allemaal, op de sfeer hier in de stad en op de manier waarop we hier met elkaar omgaan”, zei hij. „Amsterdam is door de kleurrijke en de diversiteit van de bevolking verbonden met de rest van de wereld. Mensen hier zijn met hun hart verbonden aan de situatie elders, bijvoorbeeld die in Irak, Afghanistan en Israël. De open zenuw die wordt geraakt wanneer we beelden zien van zielsverwanten, geloofsgenoten en familieleden elders in de wereld, verklaart de bijzondere gevoeligheid van ieder van ons.”

Volgens een woordvoerster van Cohen is de gemeente niet echt bang dat er in de stad grote dingen staan te gebeuren als de oorlog uitbreekt. „Maar we willen wel weten hoe de temperatuur is in de stad”, legt ze uit. De gesprekken worden volgens haar door alle betrokken partijen als zeer prettig ervaren.

Inmiddels heeft de burgemeester al gesproken met scholen, leerlingen en leerkrachten. Ook sprak hij met de ouders van de twee jongens uit Amsterdam die naar Tsjetsjenië wilden afreizen, vermoedelijk om mee te doen aan de jihad. Voor de komende tijd staan nog gesprekken met diverse organisaties, zoals kerken en moskeeën en de Joodse gemeenschap, op de agenda van Cohen.

Vandaag komen naar schatting tussen de 10.000 en 30.000 mensen naar Amsterdam om te demonstreren tegen een mogelijke oorlog in Irak. De gemeente gaat ervan uit dat de demonstratie goed zal verlopen.