Zuid-Afrika: Het (on)gelijk van economen
Zuid-Afrikaanse economen, bekend om hun optimisme, zijn altijd knap geweest in het uiten van positieve verwachtingen over de toekomst. Die komen vaak niet uit en dan zijn het dezelfde economen die precies kunnen uitleggen hoe het komt dat ze het bij het verkeerde eind hadden.
Daarom zijn Zuid-Afrikanen een beetje argwanend nu steeds meer ‘experts’ zeggen dat we de goede kant opgaan. Die zeggen: Kijk maar naar de toename in de verkoop van huizen, de lichte verbetering in de afzet van nieuwe auto’s en de vrolijke gezichten van winkeliers die hun omzet langzaam zien stijgen. Ja, allemaal positieve tekenen dat Zuid-Afrika bezig is de economische wereldcrisis het hoofd te bieden. Hoewel…Het aantal diefstallen neemt schrikbarend toe, een teken dat de werkloosheid nog steeds veel te hoog is in dit land zonder noemenswaardig sociaal vangnet. Geen werk, geen geld, geen brood. Mensen met pensioen lijden erg onder de dalende rente: hun pensioenfonds moet de uitkeringen aldoor verlagen. Mijn vrouw en ik voelen de crisis nog steeds in onze portemonnee.
We wonen nu op het platteland en hebben ons huis in Johannesburg verhuurd. De huuropbrengst is echter veel te laag om van te leven, want de huurders zitten zonder baan en inkomen en vragen ons de hele tijd om de huur te verlagen, wat we maar doen want nieuwe huurders kunnen we voorlopig wel vergeten.
Het zal allemaal wel goed komen en onze zorgen vallen in het niet vergeleken bij de duidelijk zichtbare armoede in de rest van Zuid-Afrika. Neem onze buurman, Andy Hobson en zijn vrouw Sue. Verkochten een jaar geleden met verlies hun veehouderij, want die leverde niet veel meer op.
Andy verkocht bijna al zijn eigendommen, van koeien tot meubilair. Maar hij hield wel zijn postduiven aan. Die zaten tot voor kort in een onderkomen op de grens van zijn en mijn tuin. Vorige week bleken ze opeens gevlogen. Andy: „Ik heb ze maar verkocht. Ze waren te duur om te houden. Ik schaf nu 22 kippen aan. Ik verkoop de eieren en ga kuikens vetmesten om ze aan de plaatselijke Spar te verkopen als braadkip.”
Over onze plaatselijke Spar gesproken, die ziet de toekomst wel zitten. Begin deze maand zag ik opeens weer Franse kazen liggen, lokaal gemaakt maar tot voor kort te duur voor de klant. En warempel: het eerste stukje ingevoerde Fricokaas hebben we ook al gesignaleerd, na maanden schaarste wegens koopkrachtverlies. Krijgen die economen dan toch gelijk?