Betrouwbaar toezicht
Zo betrouwbaar als De Nederlandsche Bank (DNB). Jarenlang was het een geruststellende vergelijking als dat van iemand werd gezegd. Vandaag de dag lijkt iemand zich bijkans achter de oren te moeten krabben als zijn integriteit wordt vergeleken met de betrouwbaarheid van DNB.
Iemand die in ieder geval geen vertrouwen meer heeft in DNB is Pieter Lakeman van de Stichting Hypotheekleed. Vrijwel onmiddellijk nadat bekend was geworden dat de laatste reddingspoging van DSB Bank was mislukt, kondigde hij aan stappen te zullen ondernemen tegen DNB. Hij eist een schadevergoeding voor gedupeerden van DSB Bank, omdat DNB tekortgeschoten zou zijn als toezichthouder. Lakeman beweert dat DNB heeft gedoogd dat DSB sinds eind 2007/begin 2008 niet aan de solvabiliteitseisen heeft voldaan.Het voornemen van Lakeman om DNB medeverantwoordelijk te stellen voor de val van de DSB Bank zal vanwege zijn eerdere actie tegen de bank in Wognum mogelijk weerstand oproepen. Toch zijn voor dit plan betere argumenten aan te voeren dan voor zijn eerdere oproep aan spaarders om hun geld bij Scheringa’s bank weg te halen. Die was uiterst discutabel. Met zijn actie heeft Lakeman de ondergang van de DSB Bank op zijn minst versneld.
De claim die de voorzitter van de Stichting Hypotheekleed nu bij DNB wil indienen biedt de mogelijkheid dat gedupeerden die niet vallen onder de garantieregeling van DNB toch een schadeloosstelling ontvangen. Dat is op zichzelf positief.
Verontrustender is het argument dat Lakeman aanvoert: het toezicht van DNB faalt. Dat is een harde constatering. Als dat waar is, is dat reden tot zorg. DNB is bij uitstek de instantie die in de gaten moet houden hoe solide de verschillende banken in Nederland zijn. Elke burger heeft er belang bij dat het vertrouwen in DNB ongeschokt en ongeschonden is. Lakemans constatering alleen al knaagt aan dat vertrouwen.
Natuurlijk kan ook een gerenommeerde instelling een taxatiefout maken of een steek laten vallen. Een incident, hoe vervelend ook, hoeft nog niet direct te leiden tot ernstige, algemene conclusies.
Maar er is ten aanzien van het toezicht van DNB, met in zijn kielzog de Autoriteit Financiële Markten (AFM), meer dat zorgen baart. Ook bij het debacle, vorig jaar, met Icesave was er kritiek op de rol van DNB. En mede naar aanleiding van de berichtgeving over onredelijke provisies bij koopsompolissen van DSB Bank gaan er geruchten dat ook bij andere banken onevenredig hoge provisies zijn bedongen. Toezichthouders zouden daarvan weet hebben gehad, maar desondanks onvoldoende actie hebben ondernomen.
Dit alles voedt bij mensen de gedachte dat de belangrijkste Nederlandse toezichthouders niet meer op hun woord geloofd kunnen worden. Juist in deze economisch zware tijden is er behoefte aan instanties die door dik en dun vertrouwd kunnen worden.
Wanneer toezichthouders dat niet meer zijn, ontstaat een extra probleem dat geweldige nadelige gevolgen kan hebben. Herstel van vertrouwen is daarom nu cruciaal.