Geen medicijn tegen pokken
Infectie met het pokkenvirus gaat gepaard met een typische huiduitslag die begint in de mond, daarna voornamelijk op het gezicht, de armen en de benen. Uiterlijk lijken de verschijnselen op die van waterpokken.
De verspreiding van het virus verloopt vooral via aanhoesten. Ook het vocht uit blaasjes op de huid van een pokkenpatiënt is besmettelijk. Er is geen medicijn tegen de ziekte.
De incubatietijd -dat is de tijd tussen besmetting en het begin van de ziekteverschijnselen- voor pokken ligt gemiddeld op tien dagen. Mensen met een verzwakt afweersysteem lopen extra gevaar.
De ziekte komt sinds 1980 niet meer voor. Rond die tijd werden de vaccinatieprogramma’s voor pokken beëindigd. Wel zijn in de VS en de Sovjet-Unie voorraden van het virus bewaard voor het geval de ziekte toch weer zou opduiken en de aanmaak van vaccin noodzakelijk zou zijn. Na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie viel de controle min of meer weg. Aangenomen wordt dat laboranten of wetenschappers het virus toen hebben verkocht aan terroristische organisaties.
De vaccins zijn in Nederland in het geheim op een boerderij geproduceerd. Dat gebeurde door kalveren in te spuiten met koepokken. Die zijn bij mensen niet besmettelijk, maar maken het lichaam wel immuun. Door tachtig kalveren in de rug in te spuiten met koepokken, ontstond voldoende vaccin voor 20 miljoen mensen.