Rechten voor mensen met handicap in ov
De overheid gaat de rechtspositie van mensen met een handicap in het openbaar vervoer verbeteren.
Reizigers met een beperking of chronische ziekte kunnen vanaf volgend jaar de Commissie Gelijke Behandeling een oordeel vragen als ze van mening zijn dat ze vanwege hun beperking in trein, bus, tram of metro ongelijk zijn behandeld. Dat heeft het kabinet vrijdag besloten, op voorstel van staatssecretaris Bussemaker van VWS, minister Eurlings en staatssecretaris Huizinga (beiden van Verkeer en Waterstaat).De maatregel maakt deel uit van een pakket maatregelen om het openbaar vervoer toegankelijker te maken voor mensen met een handicap. Het doel is dat reisinformatie, kaartverkoop en vervoer op een goede wijze toegankelijk is voor reizigers met een handicap. Er is al enige tijd een Wet gelijke behandeling, op grond waarvan discriminatie op grond van handicap of chronische ziekte is verboden. Met ingang van volgend jaar geldt deze wet ook voor het openbaar vervoer.
De wet schrijft voor dat het openbaar vervoer aangepast moet worden, zodat de voertuigen, stations en haltes toegankelijk zijn voor reizigers met beperkte mobiliteit. Veel vervoerders en wegbeheerders zijn al bezig met de uitvoering ervan.
Met ingang van 2010 is bijna 100 procent van de stads- en streekbussen toegankelijk. Na 2010 vindt aanpassing plaats van de andere bestaande vervoermiddelen, stations en haltes. Uiterlijk in 2015 is van alle bestaande bushaltes de helft toegankelijk. Ook moet eind 2015 de reisinformatie over toegankelijkheid van vervoervoorzieningen gereed zijn. Uiterlijk in 2030 moeten treinreizen voor gehandicapten toegankelijk zijn. Vervoerders hoeven niet voor begeleiding bij het vervoer te zorgen.