„We hebben collectief gefaald in strijd tegen honger”
Op Wereldvoedseldag –vrijdag– staan mensen wereldwijd stil bij de honger in de wereld. In de strijd daartegen „hebben we collectief gefaald”, schrijft Olivier De Schutter in een vrijdag gepubliceerd rapport. De Schutter is VN-rapporteur voor het recht op voedsel.
Veel inspanningen zijn eenzijdig en verlopen zonder coördinatie, aldus De Schutter. Hij pleit voor een grondige hervorming binnen de Voedsel- en Landbouworganisatie (FAO) van de Verenigde Naties.Volgens cijfers van de FAO lijden nu al 1,02 miljard mensen chronisch honger. Er zijn tal van oorzaken, onder meer een grote ongelijkheid in inkomens, slechte sociale bescherming, gender- en etnische discriminatie en grootschalige landbouw die het kleine boeren moeilijk maakt.
Vandaag begrijpen we de verschillende oorzaken beter dan vroeger, zegt de Belg Olivier De Schutter. „Toch hebben we collectief gefaald om aanzienlijke vooruitgang te boeken.” Het rapport waaraan hij een bijdrage leverde werd gepubliceerd door het FIAN, een mensenrechtenorganisatie die zich op het recht op voedsel focust.
De VN-rapporteur ziet vijf grote problemen. „Terwijl honger een groot aantal oorzaken heeft, richten veel inspanningen zich uitsluitend op de productie van voldoende voedsel om de wereld te voeden.” Daardoor gaat te weinig aandacht naar problemen als de toegang tot voedsel, de marginalisering van bevolkingsgroepen en het onevenwichtige voedselsysteem.
De internationale inspanningen zijn ook te versnipperd. Landen krijgen richtlijnen van verscheidene VN-agentschappen (waaronder de ILO, de Wereldbank en het IMF) en de Wereldhandelsorganisatie (WTO). „Dat leidt vaak tot tegenstrijdige adviezen”, zegt De Schutter. Er moet dringend een betere coördinatie komen tussen al die instellingen.
Er is ook nog steeds geen consensus over een aantal zaken dat aangepakt moet worden. Controversieel blijven bijvoorbeeld het verband tussen de productie van biobrandstof en voedselzekerheid en de manier waarop men de internationale handel moet sturen. „In verband met die en andere thema’s moeten we onze leercapaciteit verbeteren en sneller leren.”
Het vierde pijnpunt dat De Schutter ziet, is het gebrek aan politieke wil om structurele oorzaken aan te pakken. „Afspraken blijven vaag, geen enkele regering of instelling wordt verantwoordelijk gesteld voor specifieke acties en er wordt geen opvolging georganiseerd op internationaal niveau, behalve rapportage over het aantal mensen dat honger lijdt.”
Tot slot schieten nationale voedselstrategieën tekort, zegt de VN-rapporteur. Kleine landbouwers vallen vaak uit de boot, onder meer „omdat beleidsmakers er ten onrechte vanuit gaan dat kleinschalige landbouw minder productief is dan grootschalige.” Veel regeringen opteren voor de import van goedkopere voedingsproducten en betalen die met de inkomsten van de export van ruwe grondstoffen. Slechts een handvol regeringen biedt kleine boeren, landloze arbeiders en armen in de steden, de meest kwetsbaren, sociale bescherming.
De Schutter pleit voor een hervorming van het Comité voor Wereldvoedselzekerheid (CFS), het orgaan binnen de FAO dat zich met de hongerproblematiek bezighoudt. Hij ziet drie taken voor het hervormde CFS: coördinatie, leren en monitoring.
„Het CFS moet omgevormd worden tot een platform waar regeringen, internationale agentschappen en civiele organisaties samen beter leren begrijpen wat er gedaan moet worden, en waar de verantwoordelijkheid van zowel de internationale gemeenschap als de nationale regeringen groter wordt. Het CFS moet tijdgebonden doelstellingen en richtlijnen monitoren, ze op geregelde tijdstippen evalueren, duidelijke criteria voor acties bepalen, en vooruitgang opvolgen op nationaal en internationaal vlak.”
Het CFS vergadert deze week in Rome om over hervormingen te praten. De sessie is een voorbereiding van de Wereldvoedseltop van volgende maand, eveneens in Rome.