Consument

Keet wat je eet

Er was eens een kikker. Op een dag komt er een prinses die de kikker in een prins wil veranderen. Maar de kikker vindt zijn moeras –kikkererwtensoep– te lekker. Hij krijgt de prinses zover dat ze ook kikker wordt. De bedoeling van dit –ingekorte– verhaal uit kookboek ”Keet smakelijk”? Het moet kinderen overhalen. Niet om kikker te worden, wel om soep te eten.

Mariëlle Oussoren-Buys
16 October 2009 07:47Gewijzigd op 14 November 2020 08:54
Kikkererwtensoep. Foto’s RD, Christiaan Zielman
Kikkererwtensoep. Foto’s RD, Christiaan Zielman

„Ga je het proberen?” Antonette Casteleijn zit naast dochter Irene-Eloïse (4) aan tafel. Irene-Eloïse lacht een beetje. „Roer maar eens in de soep”, moedigt haar moeder aan. „Het is veel te heet!” roept broer Alexander. Zijn zusje blaast voorzichtig golfjes in de roodbruine massa op haar lepel.Voor veel ouders is het een voortdurende strijd, gezond eten bij hun kroost naar binnen krijgen. Zo ook voor Laura Emmelkamp en Scato van Opstall, auteurs van ”Keet smakelijk” en ouders van Puck (8) en Bliek (7). Totdat het vindingrijke echtpaar broccoli betitelt als groente met kroeshaar. Met plezier spelen de kinderen voor ”broccolikapper”. Je moet geen groente verkopen, maar een goed verhaal, concluderen de ouders.

Zo ontstaat kookboek ”Keet smakelijk”: 77 recepten, van eigenwijze geitenbrij tot slingerspaghetti. Erbij een kort verhaal met veel woordgrapjes en –misschien wel het belangrijkst– een bijzondere plaat van het gerecht, waarin speelgoedfiguren de held uithangen. In het geval van de slingerspaghetti zijn dat plastic aapjes die in de spaghettilianen slingeren. Bijzonder: de auteurs zetten elke plaat zelf in scène, fotografeerden zelf en hebben daarbij niets gefotoshopt.

Lastige eter
Familie Casteleijn –vier kinderen tussen de 2 en de 7 jaar– heeft voor vanavond de kikkererwtensoep uitgekozen. Vooral Irene-Eloïse is een lastige eter. Daarom moest het een meisjesrecept worden, met een prinses. Voor de gelegenheid zit op de rand van het bord een speelgoedkikker. Bijna net als in het boek – daar zit het beestje ín de soep.

’s Middags bij de thee heeft moeder Casteleijn het verhaal voorgelezen en het boek doorgebladerd met de kinderen. Zelf is ze vooral gecharmeerd van het Keet ABC met feiten en fabels over goed eten (zie ”Je mag maar acht spruitjes”). De kinderen werden enthousiast door de platen. „„Gaan we dit eten?” zeiden ze. „Doen we dat morgen?”” De verhaaltjes bij de recepten –gemiddeld een regel of tien– vindt Casteleijn „summier.” „Misschien is het ook wel opzet. Dan ga je er zelf mee aan de slag.”

Kikkersoep
„Ik lust dit niet”, zegt oudste dochter Anna-Colène (7). „Weet je nog van de kikker?” probeert haar moeder. „Dit is de kikkersoep.” Na de eerste happen staat het 1-0 voor de ouders. „Ik vind het lekker”, zegt Alexander. „Ik ook”, zegt Anna-Colène. „Ik vind het heel lekker”, benadrukt Alexander nog eens. Ook Emma-Sophie (2) eet haar hapjes zonder protest.

Irene-Eloïse heeft nog steeds moeite met de soep. „Ze lust pannenkoeken”, vertelt Alexander. „En ze lust kroketten”, vult zijn oudere zus aan. Hun moeder wijst naar het groene dier dat vanaf de bordrand toekijkt. „Kijk maar”, zegt ze tegen Irene-Eloïse. „De kikker kijkt heel goed of het je lukt.” Prompt draait Irene-Eloïse de kikker om.

Antonette Casteleijn en haar man Gert-Jan proberen hun dochter altijd eerst zelf wat te laten eten, vertelt ze later op de avond. „Daarna gaan we het samen proberen.” Normaal gesproken loopt het uit op kermen. „Ik wil het niet, ik wil het niet, klinkt het dan. Vanavond gebeurde dat niet. Ik denk dat het eten een iets andere glans kreeg.”

Indianentent
„De kikker zit in de soep”, zegt Anna-Colène. Het groene dier is van de rand afgegleden. Haar broer gooit zijn exemplaar in de beker water die voor hem staat. „De kikker zit in de sloot!” „Als we aardappels eten zit de kikker in de bergen”, fantaseert Anna-Colène verder.

Casteleijn vertelde eerder ook wel verhaaltjes over het eten. „Dan noemde ik bloemkoolsoep de maan of doperwtensoep kroos. Vandaag ben ik eraan herinnerd dat het werkt.” Gekledder aan tafel voorkomt ze liever. „Een indianentent van bonen bouwen zoals in het boek is leuk. Op een gegeven moment laten we dan alle tenten instorten. Maar als kinderen erg rommelen met eten, lusten ze het op een gegeven moment niet meer.”

Drie dagen later belt Casteleijn op. „Het is echt een succes, dat boek. De kinderen bladeren erin, vragen wanneer we er weer uit eten en het kikkertje gaat mee naar bed. Ireentje zei zelfs: „Wanneer hebben we weer kikkersoep?””

N.a.v. ”Keet smakelijk. 77 vrolijke recepten en een pond gezond verstand”, door Laura Emmelkamp en Scato van Opstall; uitg. keetsmakelijk.nl, Amsterdam, 2009; ISBN 978 90 814 3961 9; 240 blz.; 29,95 euro.

Recept kikkererwtensoep.


Gezocht: meisjespoppetjes

„Je mag maar acht spruitjes”

Kamelen in de couscous, jeeps in de soep – het zijn allemaal ideeën van Laura Emmelkamp en Scato van Opstall. Vier vragen aan de vrouwelijke helft van het duo.

Zijn uw kinderen er nog steeds voor te vinden?
„Ja. Ze hebben er nog steeds plezier in. Ze komen ook steeds meer zelf met ideeën en grappen. Dan maken ze bijvoorbeeld met een vork een doolhof in hun eten.”

Dat speelgoed in het eten, moet dat nou echt?
„O nee, natuurlijk niet. De plaatjes in ons boek staan los van het daadwerkelijke eten. We zeggen niet: Mensen, ga allemaal poppetjes op de borden zetten. De foto’s zijn er puur om de kinderen nieuwsgierig te maken. „O wat leuk”, zeggen ze dan. „We gaan camouflagesoep eten.””

En dan komen ze zelf met poppetjes aanzetten.
„Ja, dat doen ze soms. Het mag ook wel eens. Maar je moet goed het evenwicht in de gaten houden. Er moet ook gegeten worden. En we vinden het belangrijk dat ze leren mes en vork te gebruiken en dat ze niet de gekste dingen met het eten doen.”

Stoere gerechten als oervoer, pindavulkaan en drakenstaarten te over. Bent u de meisjes een beetje vergeten?
„Weet je hoe dat komt? Het is heel moeilijk om meisjespoppetjes te vinden. Vaak zijn het soldaten, ridders en werkmannen. Op een markt in Frankrijk vond ik een meisje dat rent, daar was ik zo blij mee. Zij staat in het boek bij de snelle koekjes. Maar meisjes vinden de dierfiguren vaak ook leuk.”

„Ga naar de V van Vezels”, staat onder aan het recept voor kikkererwtensoep. Op een ludieke manier wordt daar, in het zogenaamde Keet ABC, uitgelegd waarom vezels belangrijk zijn.

De auteurs van ”Keet smakelijk” zagen veel ouders worstelen met de vraag: Wat is goede voeding voor mijn kinderen? Daarom begonnen ze een zoektocht om antwoorden te vinden op vragen als: Is biologisch voedsel nodig? Hoe minder vet, hoe beter? Het resultaat is het Keet ABC achter in hun kookboek.

De antwoorden die ze vonden gaan vaak in tegen de heersende opvatting. „Smeer liever een bescheiden laagje roomboter op je brood dan margarine of halvarine” of „Light jaagt de eetlust aan en verstoort je stofwisseling”. Ze zijn echter wél gebaseerd op onderzoeken die –aldus de auteurs– door de voedingsmiddelensector maar al te graag worden verzwegen. Op de website keetsmakelijk.nl zijn de bronnen te vinden.

Alles is luchtig opgeschreven. Want als je iets op een leuke manier verwoordt, komt de boodschap beter over, aldus de auteurs. Zo is er bij het thema vezels een zogenaamde poeptest waarmee kinderen –ouders vinden de test vaak „wat minder”– kunnen testen of ze genoeg vezels eten.

Met ”Keet smakelijk” willen de auteurs laten zien wat bewuste ouders hun kinderen wél zouden kunnen voorzetten. De verwijzingen naar het abc onder sommige recepten versterken de band tussen het eerste en het tweede deel van het boek. „Ga naar de L van Lus ik nie…” staat bij het recept drakengrotten, een stamppot met paksoi en oesterzwammen. „Gebruik slimme verkooptechnieken”, is een van de tips. Zeg bijvoorbeeld: „je mag niet meer spruitjes dan je oud bent.” Succes!

Hoofdstuk: Vezels met poeptest.

www.keetsmakelijk.nl.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer