Uitzetting naar Iran dreigt voor ex-moslim
NIEUWEGEIN – Een 24-jarige ex-moslim uit Iran dreigt Nederland te worden uitgezet. Hij zou bij terugkeer reëel gevaar lopen op vervolging omdat hij christen is geworden.
Dat heeft zijn advocaat, mr. P. Bogaers, donderdagochtend bevestigd. Na een recente uitspraak van de Raad van State kan Nederland ieder moment tot uitzetting overgaan, aldus de advocaat, die de zaak bij het Europees Hof aanhangig maakt.
Hij wijst erop dat de Iraniër afkomstig is uit een strengislamitische familie, die op de hoogte is van het feit dat hij tot het christendom is overgegaan.Advocaat Bogaers zegt dat de beslissing zijn cliënt –Mohammad– terug te sturen naar Iran voor een belangrijk deel is gebaseerd op een ambtsbericht uit juli 2008. Dat stelt dat er in dat land recent geen sprake was van mishandeling van ex-moslims die christen zijn geworden.
Bogaers bestrijdt dat. Ook wijst hij erop dat het Iraanse parlement in september 2008 een wet heeft aangenomen die „officieel de doodstraf stelt op afvalligheid van het islamitische geloof, wat als de ergste misdaad geldt.”
Volgens Bogaers kregen verscheidene andere Iraniërs die in Nederland christen zijn geworden de afgelopen tijd wel een verblijfsvergunning. Daarbij zou onder meer meespelen dat ze al aantoonbaar problemen hadden of dat er extra op hen werd gelet voordat ze Iran verlieten. De advocaat vindt dat dit onderscheid onterecht wordt gemaakt.
Mohammad kwam op 7-jarige leeftijd met een tante naar Nederland. Zijn ouders waren toen al overleden. Toen hij 15 was, nam zijn tante hem voor een „vakantie” mee naar Iran. Hij bleek vervolgens zijn geboorteland niet te kunnen verlaten en moest het leger in. Na vijf jaar vluchtte hij en kwam opnieuw in Nederland terecht.
Vier jaar geleden werd Mohammad christen. Hij is aangesloten bij Perzische gemeente Kores in Apeldoorn, bevestigt bestuurslid P. Hansum. De Iraniër is actief in evangelisatiewerk en treedt als tolk op tijdens de diensten.
Hansum toont zich uiterst kritisch over de beslissing Mohammad uit te zetten. „Ik weet niet van welke planeet de rechter komt die dit heeft uitgesproken. Het is toch algemeen bekend dat Iran het handhaven van mensenrechten niet echt tot speerpunt heeft verheven.”