Zeeuwse boer mag stro niet verbranden
Akkerbouwer Van der Jagt uit Yerseke mag na het oogstseizoen geen stro verbranden op zijn akkers.
Dat heeft de Raad van State woensdag bepaald. Volgens het rechtscollege kan Van der Jagt niet aantonen dat het afvoeren van stro, slootafval en bermmaaisel meer kosten met zich meebrengt dan het verbranden ervan.Van der Jagt wil het stro en maaisel graag verbranden, maar krijgt daarvoor geen toestemming van de gemeente Reimerswaal. De akkerbouwer maakte bij de Raad van State zijn bezwaren tegen het gemeentelijk verbod kenbaar, maar kreeg woensdag nul op het rekest.
Jaarlijks wil Van der Jagt na het oogstseizoen zo’n 150 kuub maaisel en stro verbranden. Afvoer per trekker is volgens hem te duur. Het gaat om stro dat vlak bij de sloot ligt dat is vermengd met sloot- en bermmaaisel. Het waterschap maakt jaarlijks de sloten schoon en legt het versnipperde materiaal op de slootkant.
Volgens Van der Jagt raakt een deel van het stro vermengd met het maaisel waarin ook zaden zitten. Hij kan niets met dat stro en wil het om die reden verbranden. Van der Jagt vreest dat onkruidzaad uit de sloot en slootkanten zich anders over zijn land verspreidt.
De gemeente Reimerswaal staat verbranden niet toe. Alleen in uitzonderlijke omstandigheden mag een agrariër restmateriaal verbranden. Dat verbranden goedkoper is dan afvoeren, is niet aangetoond. Van der Jagt zal het stro daarom moeten afvoeren.