Genesis 1:1 (II)
Graag wil ik ingaan op de reactie van prof. dr. M. J.Paul (RD 10-10) op het stuk van prof. dr. E. J. van Wolde over scheppen als scheiden.
Er zijn veel teksten in het Oude Testament die over de schepping gaan. In heel verschillende beelden en op diverse wijzen wordt over de schepping gesproken. De oudtestamenticus dr. B. Maarsingh schreef erover in een boekje in de jaren negentig. Er zijn teksten die de schepping bijvoorbeeld beschouwen als een geboorte. Dan moet er al iets geweest zijn waaruit alles is voortgekomen. Of als het opzetten van een soort tent uit materiaal dat voorhanden was.De Bijbelschrijvers gingen kennelijk heel ongedwongen om met het begrip schepping. Waarom doen wij dat dan eigenlijk ook niet?
P. Geluk
Ferdinand Bolstraat 39
3443 WC Woerden
Refozuil
De refozuil vertoont scheuren (RD 10-10). En daar zijn velen onder ons niet blij mee. Dat eigen bastion was nu juist zo lekker veilig. Terwijl we slapen, holt het zuiltje vanbinnen (materialisme, jeugdcultuur) en vanbuiten (secularisering, gelijkheidsdenken) uit. Ook een eigen partij, krant, provider en reformatorische omroep houden dit niet tegen.
Er zijn gelukkig steeds meer opiniemakers onder ons die positief-kritisch durven te kijken naar de eigen zuil en oproepen tot een actieve deelname aan het debat in de seculiere media. Dat is ons decennialang vreemd geweest. We lieten de deelname aan het seculiere debat graag over aan enkele orthodox-christelijke politici. Daarom verdient de oproep van drs. Van der Schans, ds. Kater en dr. Van Lieburg onze brede steun.
Of deze christelijk-conservatieve daadkracht gestalte moet krijgen in een apart studiecentrum of denktank vraag ik me zeer af. Er zijn toch organen en platforms genoeg die activiteiten op dit gebied zouden moeten en kunnen ontwikkelen? We moeten als orthodoxe christenen durven én leren om de vensters naar de wereld open te zetten en onze boodschap in duidelijke, hedendaagse taal uit te leggen. Het ontbreekt bij ons echter vaak aan de door ds. Kater genoemde assertiviteit en eendracht. We gaan namelijk graag weer intern discussiëren over dogma’s, denken lijdelijk dat we de strijd toch al verloren hebben en zoeken niet graag de samenwerking met mensen van buiten onze zuil. Zo blijven we een makkelijke prooi voor de gelijkheidsdenkers van onze tijd.
Wilco Boender
Kon. Wilhelminaweg 150
2802 HT Gouda
GBS en HSV
Op de laatste toogdag van de GBS werd de staf gebroken over de Herziene Statenvertaling (HSV) (RD 12-10). Nu is dat op zich niet zo opmerkelijk. Opmerkelijk is wel dat het gebeurde naar aanleiding van de tekst uit Handelingen 26:27, waar de Statenvertaling heeft: „Gij beweegt mij bijna een christen te worden.” De HSV vertaalt: „U probeert mij wel in korte tijd ervan te overtuigen christen te worden.”
Toegegeven, de vertaling van de HSV lijkt wat parafraserend. Maar de gevolgtrekkingen die daar, blijkens het verslag, door de sprekers aan werden verbonden, zijn ongegrond en zelfs onheus. De grote woorden die op de toogdag vielen –veroppervlakkiging, het vervagen van het onderscheid tussen schijn en zijn, tot aan „overvolle avondmaalstafels” toe– missen een deugdelijke onderbouwing.
Allereerst heeft Matthew Henry, een man die ook binnen de GBS op enig gezag mag rekenen, de vertaling van de HSV als een mogelijke uitleg voor deze tekst. Vervolgens bevat ook de Statenvertaling van deze tekst geen waarschuwing tegen het bijna-christendom. Natuurlijk, de woorden ”bijna” en ”christen” worden in één en dezelfde zin gebruikt, maar dat is ook alles. Er staat niet: „Gij beweegt mij een bijna-christen te worden.” Dat zou een merkwaardige uitspraak over het werk van de apostel Paulus zijn. Er staat: „Gij beweegt mij bijna een christen te worden.” Agrippa is door de toespraak van Paulus bijna „bewogen”, dat wil zeggen ”overtuigd”. ”Bijna” ziet hier dus niet op het woord christen, maar op het (werk)woord ”bewegen”.
Het is kennelijk mogelijk om met de (in eigen ogen) meest betrouwbare vertaling van de Bijbel een tekst onjuist –min of meer op de klank af– uit te leggen. Dat zou tot bescheidenheid moeten nopen. En zeker tot voorzichtigheid en terughoudendheid in het oordeel over (de beweegredenen) van de vertalers van de HSV en over de geloofsbeleving van diegenen die, zoals ondergetekende, deze vertaling met veel vreugde dagelijks gebruiken.
H. de Hek
Koraal 8
8271 KA IJsselmuiden