Ook heeft leider Guillaume Soro van de Patriottische Beweging voor Ivoorkust Frankrijk woensdagavond opnieuw gewaarschuwd zijn troepen terug te trekken om een bloedbad te vermijden als de vijandelijkheden worden hervat. Frankrijk heeft meer dan 3000 militairen in zijn voormalige kolonie om toe te zien op een wankel bestand en om Fransen en andere buitenlanders te beschermen.

De rebellen zouden in de regering worden opgenomen op grond van een vredesakkoord dat Gbagbo op 24 januari met hen sloot in Marcoussis, een voorstad van Parijs. Het akkoord moest een einde maken aan een vier maanden oude oorlog in Ivoorkust, maar Gbagbo is na terugkeer in zijn land op de overeenkomst teruggekomen.

Rebellenleider Soro zei dat het aan de Fransen is om Gbagbo te dwingen de afspraken uit te voeren. „Als zij daar niet toe in staat zijn, hebben wij geen andere keuze dan een mars op Abidjan.” Hij zei dat zal worden geschoten als de Fransen in de weg staan. „Als er een bloedbad komt, zal het niet onze schuld zijn.”

De Franse militairen blokkeren de belangrijkste wegen van het noorden naar Abidjan, de aan de Atlantische Oceaan gelegen zakenhoofdstad van Ivoorkust. Een Franse legerwoordvoerder zei dat de Franse militairen evenals een kleinere West-Afrikaanse vredesmacht aan het front zullen blijven om een vreedzame oplossing van het conflict te ondersteunen en om buitenlandse staatsburgers in Abidjan te beschermen.

Het is voor de aanhang van Gbagbo onverteerbaar dat de rebellen in het akkoord de portefeuilles van Defensie en Binnenlandse Zaken toegewezen hebben gekregen. Het regeringsbolwerk Abidjan werd twee weken lang geteisterd door onlusten en massabetogingen voordat Gbagbo en de jeugdbendes die hem steunen vorige week onder voorwaarden akkoord gingen met het vredesplan. Gbagbo staat er echter op dat hij bij de keuze van ministers het laatste woord heeft.

De opstandelingen die in september de wapens opnamen hebben de noordelijke helft van Ivoorkust in handen. Zij beschuldigen Gbagbo en zijn zuidelijke regering van discriminatie van noorderlingen en het aanwakkeren van etnische haat.