Monsterverbond
Monsterverbonden hebben in de geschiedenis weinig goeds gebracht. Of de partijen rollen al voor het behalen van de eindstreep vechtend over straat, of het eindresultaat zelf blijkt tegen te vallen.
FNV-voorzitter Agnes Jongerius zit in een lastig parket. Het SER-overleg om te komen tot een aanpassing van de AOW-regels is op niets uitgelopen. Zoals afgesproken, kan het kabinet nu doorgaan met een eigen plan voor verhoging van de AOW-leeftijd. Zowel werkgevers als werknemers zijn daar niet gelukkig mee. Beide partijen staan met lege handen. Voor de FNV komt daarbij dat de traditionele bondgenoot in de Tweede Kamer, de PvdA, deel uitmaakt van de regeringscoalitie en zich dus achter de kabinetsplannen stelt.Jongerius liet zaterdag weten in haar strijd tegen verhoging van de AOW-leeftijd desnoods samen te willen werken met Wilders. Inmiddels heeft de PVV-leider laten weten bereid te zijn om met de vakbondsleidster om de tafel te gaan. Progressief en conservatief Nederland hebben een date.
Verbazing alom, vooral in de richting van Jongerius. Hoe kan men met „zo’n racist als Wilders” willen samenwerken? Binnen de achterban van de FNV is er veel rumoer. Leden bedanken. De federatieraad en de vakcentrale zijn vandaag in spoedberaad bijeengekomen om de ontstane commotie te bespreken.
Ook vanuit de politiek klinkt scherp commentaar. Fractieleider Halsema van GroenLinks noemt de toenadering „opportunistisch en strategisch heel dom.” D66-leider Pechtold vindt dat PVV en FNV „een coalitie van de angst” sluiten. Oud-politicus Mohammed Rabbae roept allochtone Nederlanders op hun lidmaatschap van de FNV op te zeggen.
Enigszins merkwaardig is de hele gang van zaken wel. Natuurlijk is Wilders geen doorsneepoliticus. Hij valt op door zijn ferme, soms onparlementaire taal. Een deel van zijn gedachtegoed draagt beslist kiemen die gevaarlijk zijn voor de stabiliteit van de democratie. Tegelijk is waar dat hij niet alleen maar onzin verkoopt. Bovendien moet niet vergeten worden dat hij meer dan een half miljoen kiezers vertegenwoordigt.
Het is dan ook niet verstandig Wilders te mijden alsof hij melaats is. Dat verschaft hem juist de positie van underdog, waardoor hij nog meer de kans krijgt ontevreden kiezers naar zich toe te trekken.
Partijen in de Kamer doen dat zelf overigens ook niet. Half september stelde Wilders dat niet alleen de Nederlandse burger, maar ook het koningshuis de broekriem moet aanhalen. „Helemaal mee eens,” riepen verschillende fractieleiders zoals Kant (SP), Thieme (PvdD) en –let op– Halsema (GroenLinks). Samen legden ze het plan in de week bij de coalitie. Kennelijk vindt de fractievoorzitter van GroenLinks dat er praktische situaties zijn waarin ze kan samenwerken met de PVV. Of was dat toen ook opportunistisch?
Pragmatisch samenwerken is maar het beste ook. Het gevaar van het demoniseren van een partij heeft in het algemeen niet positief ge-werkt, zeker niet bij populistische partijen. Dat heeft de geschiedenis geleerd.