Twintig jaar voor moord op Overzier
De rechtbank in Zutphen heeft de 58-jarige H. H. uit Ede woensdag veroordeeld tot twintig jaar celstraf. De rechtbank acht bewezen dat H. de 37-jarige Pim Overzier uit Apeldoorn heeft vermoord.
In december eiste de officier van justitie levenslang tegen H. wegens de moord en het verbergen van het dode lichaam.
Met justitie zijn de rechters van mening dat H. heeft gehandeld uit „hevige gevoelens van jaloezie” en daarom een koelbloedige moord op touw heeft gezet.
Overzier zou een oogje hebben gehad op een collega, tevens H.’s vriendin. Daarop heeft H. een val voor hem opgezet door het regelen van een ”blind date”. In plaats van een ontmoeting met zijn collega, ging Overzier de avond van 4 december 2001 zijn dood tegemoet. Wat zich toen precies heeft afgespeeld, is in de rechtszaak onopgehelderd gebleven.
Twee maanden later werd het lichaam van Overzier gevonden in de bossen bij Dronten. Het slachtoffer lag in een graf van ongeveer een meter diep. Uit onderzoek is gebleken dat verstikking tot de mogelijkheden behoort. Hoe dan ook, de rechtbank acht een natuurlijke dood onaannemelijk.
H. heeft aangevoerd dat hij fysiek niet in staat zou zijn zo’n graf te delven. Volgens de rechtbank is van enig doorslaggevend medisch gebrek geen sprake. In het vonnis stelt de rechtbank verder dat H. op een aantal punten heeft gelogen. Deze leugenachtige verklaringen zijn als bewijs tegen de man gebruikt. De verdachte bleek tevens niet over een alibi te beschikken voor de dag dat Overzier verdween.
De veroordeling berust verder op technisch bewijs. Door de houding van de verdachte hebben de nabestaanden van Overzier „maanden van martelende onzekerheid” moeten doormaken. Er is geen levenslang opgelegd, „om hem niet ieder perspectief op terugkeer in de samenleving te ontnemen”, aldus de rechtbank.