Niets nieuws in Frans-Amerikaanse spanning
Als gevolg van meningsverschil over de aanpak van Irak is de relatie tussen Frankrijk en de Verenigde Staten verslechterd. Maar dat is niets nieuws. In de jaren zestig stond de Frans-Amerikaanse verhouding ook al op springen toen generaal De Gaulle een heel eigen weg ging met zijn land. Dat wekte toen in het buitenland veel woede op, maar in het eigen land heerste instemming over de koers van De Gaulle. Daar lijkt het nu ook op. Zeven van de tien Fransen steunen president Chirac.
Er heersen veel misverstanden over de Franse opstelling binnen de NAVO en de Veiligheidsraad. Terwijl het au fond duidelijk is, zegt wetenschappelijk onderzoeker Jacques Beltran van het Franse Instituut voor Buitenlandse Betrekkingen (IFRI) in Parijs. Als puntje bij paaltje komt en er geen vreedzame middelen meer zijn om Irak op de knieën te dwingen, sluit Frankrijk zich aan bij een militaire operatie tegen Irak.
Wie de Franse opstelling wil begrijpen, moet even terugblikken in de geschiedenis. Op 7 maart 1966 kondigde De Gaulle aan dat Frankrijk zijn troepen uit de NAVO zou terugtrekken. Frankrijk had toen een eigen kernwapen. Het bleef wel lid van het Atlantische bondgenootschap, maar het maakte geen deel meer uit van de militaire en geïntegreerde commandostructuur van de alliantie. Het hoofdkwartier werd van Parijs verplaatst naar Brussel en de Amerikaanse troepen moesten hun bases in Frankrijk verlaten. Dat deed even flink pijn.
De Gaulle wilde de Franse nucleaire macht en alles wat daarmee samenhing (de zogenoemde force de frappe) een eerste en onafhankelijke plaats in de wereld geven. In zijn ogen moest Frankrijk zelf de totale soevereiniteit over het eigen kernwapengebruik hebben. Deze politiek van complete onafhankelijkheid brokkelde al vrij snel af. Onder latere presidenten bleef er weinig meer van over. Maar Frankrijk bleef buiten de militaire commandostructuur van de NAVO. Wel schikte het land zich in de vereisten voor de verdediging van Europa. Vandaag de dag doet het dan ook actief mee in NAVO-missies zoals Bosnië en Kosovo.
Hoe zit het anno 2003 met de plaats van Frankrijk binnen de NAVO? Jacques Beltran: „Het weet zich ten eerste verzekerd van het feit dat als Turkije in de toekomst wordt bedreigd, of door Irak of door een ander land, artikel 5 van het NAVO-handvest van kracht wordt. Ook Frankrijk zal zich dan aan artikel 5 houden en Turkije verdedigen. Echter, wat nu binnen de NAVO speelt, is het besluit om vooruitlopend op een mogelijke oorlog alvast militaire hulp naar Turkije te sturen. En dat is iets wat Frankrijk en met name ook Duitsland en België niet accepteren. Frankrijk vindt dat de NAVO hiermee anticipeert op een oorlog en op een besluit van de VN-Veiligheidsraad. De dingen moeten eerst binnen de VN worden besloten voordat er maatregelen door de NAVO worden genomen. Deze volgorde is voor Frankrijk belangrijk. Niet andersom.
Als Turkije wordt aangevallen, zal Frankrijk deelnemen binnen de kaders van de NAVO om dat land te beschermen. Tot op vandaag de dag is Frankrijk zeer loyaal aan de NAVO geweest. Het land levert de meeste manschappen voor vredesmissies zoals Bosnië en Kosovo. Frankrijk neemt deel aan militaire operaties van de NAVO, maar Franse troepen worden niet systematisch geïntegreerd in de commandostructuur van de NAVO.
Dat is voor Frankrijk echter weer geen reden om niet deel te nemen aan militaire interventies; Bosnië en Kosovo zijn de voorbeelden van hoe Frankrijk handelt. En als Turkije morgen wordt aangevallen, dan zal Frankrijk zeker deelnemen in een actie om dat land militair te verdedigen.”
Naar verluidt zijn er al Franse oorlogsbodems uitgevaren in Toulon. Hoe zit dat?
„Deze schepen oefenen met Amerikaanse schepen in Middellandse-Zeegebied. Als de oorlog komt, dan zal Frankrijk het vliegdekschip de Charles de Gaulle afstaan. Maar vooreerst probeert Frankrijk vreedzame middelen uit te buiten, zoals verlenging van de wapeninspecties. Het land meent dat er nog speelruimte op dat vlak is. Het is nu niet het moment om geweld te gebruiken. Maar als het zover is en Irak werkt niet mee, dan zal Frankrijk -na een VN-resolutie- deelnemen aan de militaire operatie.”
Hoe zit het met de adhesiebetuigingen voor het Franse standpunt?
„Het Franse plan heeft instemming van Rusland, Duitsland en België. Waarschijnlijk elf landen in de vijftien leden tellende V-raad steunen het voorstel. Vier landen zijn tegen. Nu is het de vraag of de VS de maatregelen die de elf landen voorstaan, accepteren. Als Washington gebruik van geweld voorstelt en Washington heeft de meerderheid, dan betekent het dat Frankrijk een veto kan uitspreken. Daar is nog geen duidelijkheid over.”
Hoe beoordeelt u de relatie van Frankrijk met de VS?
„Als uitzonderlijk slecht. Er is geen wederzijds begrip tussen Washington en Parijs. De Franse regering en de publieke opinie begrijpen de VS niet in hun aandringen op een onmiddellijke oorlog. Je ziet dat Bagdad nu schoorvoetend akkoord gaat met bepaalde voorwaarden. Het staat sinds begin deze week het gebruik van U-2-verkenningsvliegtuigen toe. Ook mogen wetenschappers alleen worden ondervraagd. Dus er zit vooruitgang in de Iraakse opstelling. Geleidelijk aan legt Bagdad zich neer bij de voorwaarden van de VN. Dit proces vraagt tijd. De Franse regering en de publieke opinie begrijpen niet waarom de VS nog niet wat geduld betrachten. Begrijpt men aan de andere kant van de Oceaan de risico’s niet die aan zo’n oorlog, zo’n extreem riskant avontuur, met Irak verbonden zijn? Het is niet duidelijk of een oorlog de internationale veiligheid zal versterken of verzwakken. Daarom moeten eerst alle andere vreedzame middelen worden aangewend. Als die voorbij zijn, is ingrijpen de enige optie die nog rest.”
Hoeveel Fransen steunen president Chirac?
„Zeker zeven van de tien Fransen staan achter de president.”
Ivoorkust met z’n onrust vraagt ook de nodige aandacht van Parijs.
„Inderdaad. We zijn in West-Afrika bang voor een herhaling van het Rwanda-scenario. Om dat te voorkomen sturen we extra troepen. Als de VN en de NAVO nog meer gaan eisen van de Franse bijdragen aan operaties elders, is voor wat Frankrijk betreft, bijna het plafond bereikt.”