Begin
„Leer mij Uw welbehagen doen, want Gij zijt mijn God…”Psalm 143:10
Zie dan hoe nodig het is dat ik u opwek, evenals mijzelf, om met het gebed het heil des Heeren naar ziel en lichaam te verwerven, ter verheerlijking van Zijn naam en ter bevordering van Jezus’ Koninkrijk.Ik zal nu tot u spreken, die mijn dienst en opzicht door de grote Herder der schapen aanbevolen zijt. Dat het nu de goedertieren God behagen mocht mij Zijn welbehagen hoe langer hoe meer te leren, opdat ik het u weer verkondigen zou. Wederstaat dan toch Zijn Woord en wil niet, gelijk de wederspannige joden, die niet wilden luisteren naar de stem van de profeten, die hun van Godswege onderwezen, maar leefden naar het goeddunken van hun boze hart. Opdat u niet onder hetzelfde oordeel van de verharding zou vallen.
Doch, geliefden, laat liever uw lust tot Gods getuigenis zijn en gedenk dat die Zijn geboden onderhouden, een groot loon hebben. Bedenk dat die grote goede Geest mij leide in een effen land. Blus dan de Geest die in mij werkt niet uit door traagheid en lauwheid in de godsdienst. Wek haar op door uw ijver en zijt mijn navolgers, gelijk ik van Christus. Maakt de Heere mij levend naar ziel en lichaam, dood mij dan niet met een lasterlijke tong of met een onbekeerd hart, dat de dood is voor een trouwe leraar.
Wilhelmus Themmen,predikant te Nieuwe Pekela
(”Op- en aftocht van een geestelijke wachter”, 1730)