De ambtsdrager als ziekentrooster
„Een ambtsdrager denkt wel eens dat hij veel moet praten in zijn pastoraal werk, maar hij moet juist luisteren. Het is de kunst om aan te voelen wat er in de patiënt omgaat.” Zo formuleerde ds. P. G. van Breugem hoe een pastoraal werker met een zieke om moet gaan. Hij sprak zaterdag op een conferentie over de kerkelijke ambtsdrager als ziekentrooster, georganiseerd door het studiecentrum van de SGP, de Guido de Brès-Stichting, en de Nederlandse Patiënten Vereniging (NPV).
Ds. Van Breugem, hervormd emeritus predikant in Barneveld, stelde dat het belangrijk is om trouwe pastorale zorg te beoefenen. „Het heeft geen zin als je bij iemand aan het einde van zijn leven wordt geroepen en je kent hem niet. Het is gelukkig als van te voren gesproken kan worden over de toekomst.”
Ds. Van Breugem maakte eens mee dat een vrouw tegen hem zei dat het leven voor haar niet meer hoefde. Ds. Van Breugem: „Ik ben niet met mijn vingertje gaan wijzen. Ik vroeg naar wat ze meemaakte. Ik ben meegegaan in haar gevoelens en overleggingen. Ik heb haar gevraagd of God haar nu ook niet nabij zou willen zijn.” Ds. Van Breugem benadrukte het belang van het gesprek over pastoraat binnen de kerkenraad: „Er zou een soort ethische paragraaf moeten komen.”
Euthanasie
Drs. A. A. Teeuw, verpleeghuisarts in Salem te Ridderkerk, sprak over wat euthanasie inhoudt. „Als we het woord ’euthanasie’ te gemakkelijk in de mond nemen en niet in openheid erover praten, komt het de discussie niet ten goede.” Teeuw zei dat euthanasie levensbeëindigend handelen is op uitdrukkelijk verzoek door een arts. De gerichtheid van het handelen bepaald of er sprake is van euthanasie. Teeuw: „Het wezen van euthanasie is de gerichtheid op de dood. Het gaat om de intentie waarmee gehandeld wordt. Of het gebeurt door een verwijdering van de sonde of een medicament is van ondergeschikt belang.”
Volgens Teeuw bestaat het doel van het behandelen uit twee woorden: leven en welzijn. „Iedere behandeling moet gericht zijn op het leven. Er zijn moeilijke situaties, maar de meeste discussies spelen zich niet op dit grensgebied af.”
Teeuw stelde dat de ’medische kast’ overvol is geworden. „Het doel heiligt niet de middelen. Er zijn voldoende behandelmethoden die zwaarder zijn en die vele neveneffecten hebben dan het doel dat we voor ogen hebben. God heeft ons welzijn op het oog in Deuteronomium 5: Onderhoud Mijn geboden, opdat het u welga.”
Palliatieve zorg
Drs. A. J. den Hartog van de Stichting Cliënt & Kwaliteit te Utrecht constateerde de toenemende belangstelling voor palliatieve zorg. „Zelfs minister Borst erkende dat goede palliatieve zorg de vraag naar euthanasie doet verminderen.” Den Hartog omschreef palliatieve zorg als: „Geen dagen aan het leven toevoegen, maar leven aan de dagen toevoegen.” Palliatieve zorg omvat de totale zorg. „We zien bij koning Hizkia de psychosociale zorg als gezegd wordt: „Geen bevel aan uw huis.”
Den Hartog zei dat de patiënt de regie heeft in de palliatieve zorg. „Wie anders kan beter aangeven wat hij wil. Laat de zorgvrager zelf aangeven of hij uitgestreden is.” Palliatieve zorg vraagt wel een andere beroepshouding van de instellingen. „Vaak doen palliatieve zorg-instellingen een beroep op vrijwilligers: mensen die geen haast hebben, maar er zijn.”
Dr. R. Seldenrijk, directeur van de NPV, gaf een lezing over de NPV-levenswensverklaring. Seldenrijk: „Dit document helpt in een gesprek met een arts. We hebben steeds meer te maken met een leven-relativerende gezondheidszorg. Maar alles wat zwak is, dient bescherming te ontvangen. Ook vanuit een andere traditie dan de christelijke kan iemand de levenswensverklaring ondertekenen.” De levenswensverklaring is gericht op genezing of welbevinden. Daarbij moet er ruimte zijn om te sterven als het stervensproces onomkeerbaar is ingetreden.
Seldenrijk over de dood: „In onze cultuur moet zelfs de dood maakbaar zijn. Dit is een machteloze schreeuw van protest van de menselijke geest die zijn begrenzing niet aanvaardt. Sterven op zich is geen ziekte. Er is behoefte aan nabijheid. Medische zorg dient tot het uiterste beperkt te worden. Bescheidenheid past ons.”
Tijdens de forum-discussie werd de vraag gesteld of er niet erg zorgvuldig met de Ziekentroost moet worden omgegaan. Ds. Van Breugem: „Ik wil niet suggereren bij iemand dat het wel goed zit. Maar we moeten wel altijd het aanbod van het Evangelie noemen en in het gebed meenemen. Seldenrijk noemt de Ziekentroost „onovertroffen.”