De plaats van het aanbod van genade
Titel:
”De prediking van het Evangelie”
Auteur: ds. C. Harinck
Uitgeverij: Den Hertog, Houten, 2002
ISBN 90 331 1696 0
Pagina’s: 308
Prijs: € 17,50. Het keurig uitgegeven boek ”De prediking van het Evangelie” getuigt van gedegen studie en vooral van pastorale bewogenheid. Ds. C. Harinck beschrijft in deze uitgave uitvoerig de plaats van het aanbod van genade, dat binnen de Gereformeerde Gemeenten in de vijftiger jaren geleid heeft tot een droeve scheuring en dat ook nu nog veel discussie geeft. Het past ons, als niet behorend tot de kring van de Gereformeerde Gemeenten, hierover op een voorzichtige wijze te schrijven.
Ik heb dit boek met veel interesse gelezen. Het is niet alleen een publicatie geschreven voor de kring van de Gereformeerde Gemeenten, als zeer uitvoerig ingegaan wordt op de synodebesluiten die zijn genomen rondom ds. R. Kok en dr. C. Steenblok; maar ook een boek voor het geheel van de gereformeerde gezindte, omdat de scheidslijnen daar juist in de prediking openbaar komen. Er zijn gevaren van remonstrantisme en hypercalvinisme.
Een groot gevaar is wel het remonstrantisme, het ”kiezen voor Jezus”, dat ds. Harinck op een krachtige wijze afwijst. Ook ontdekken we echter hoe het geestelijk leven verbijzondert als de menselijke verantwoordelijkheid in de prediking wordt verwaarloosd, zodat men eindigt in een hyper- of overdreven calvinisme waarin de grote reformator Calvijn zich niet meer zou herkennen.
Rijpingsproces
We kunnen dit boek lezen als een vervolg op ”De Schotse verbondsleer” en ”De toeleidende weg”, van dezelfde schrijver. Wel merken we duidelijk een rijpingsproces in de stellige overtuiging die ds. Harinck poneert ten aanzien van het aanbod van genade.
De auteur stelt zich krachtig op het gereformeerde standpunt, zoals verwoord door de Dordtse synode, de puriteinen en de Nadere Reformatie. De besluiten die door de Gereformeerde Gemeenten zijn genomen, houdt hij tegen het licht van de kerkgeschiedenis. Op grond van Schrift en belijdenis wijst hij het arminianisme en het hypercalvinisme af.
Ds. Harinck doet dat op een indringend pastorale wijze. Hij laat zien dat een voorwaardelijk aanbod van genade noch in de Bijbel noch in de belijdenis wordt geleerd. Hij legt de wortels bloot van het voorwaarden stellen in de evangelieprediking, zoals dat niet alleen bij de hypercalvinisten werd gevonden, maar ook bij de remonstranten. De uitersten raken elkaar soms in het stellen van voorwaarden. Sterk refereert de schrijver aan de Dordtse Leerregels, die alle nadruk leggen op de aanbieding van het heil. Als er over ”aanbieden” (Dordtse Leerregels III, 9 en III, 14) wordt gesproken, mag dit niet worden verklaard als ”voorstellen van de genade”.
Op een eerlijke wijze beschrijft hij de theologische wortels van een voorwaardelijk aanbod van genade, zoals die bij theologen in Nederland, Amerika en ook bij predikanten van de Afscheiding werden gevonden. Collega Harinck heeft deze bronnen bestudeerd. Daarnaast bespreekt hij uitvoerig de verschillende puriteinen, onder wie de ”Marrowmen”, zoals Edward Fisher en de broeders Erskine, die een onvoorwaardelijk aanbod van genade predikten.
Hypercalvinisme
Dit boek heeft een duidelijker toespitsing dan de andere genoemde uitgaven van Harinck. Zeer uitgebreid worden de synodebesluiten als het gaat om het aanbod van de genade besproken. De auteur geeft duidelijk een gefundeerde mening, op grond van wat hij vooral bij de puriteinen bestudeerd heeft.
Een sterke kant van het boek is de ordelijke opbouw. Ds. Harinck begint op een evenwichtige wijze met de uitleg van de Schrift, vervolgens met die van de belijdenis en daarna laat hij de verschillende gedachten van de puriteinen, de vertegenwoordigers van de Nadere Reformatie en van de Afscheiding de revue passeren. Interessant is ook het aangegeven verschil in ligging tussen de vertegenwoordigers van de kruisgemeenten en de ledeboerianen.
Zeer uitvoerig gaat de schrijver in op de gevaren van het hypercalvinisme. Dat onderbouwt hij met de stukken van de puriteinen en van de Nadere Reformatie. Uitwassen wijst hij af, zoals dat ook al eerder in de kerkgeschiedenis is gebeurd. Tegelijk laat hij de gevaren van het arminianisme zien, dat in evangelische kring op dit ogenblik sterk aanwezig is, onder andere onder invloed van de opvattingen van prof. Ouweneel.
Wel heb ik een vraag: Zou collega Harinck in een volgend boek -hij heeft een vruchtbare pen!- de plaats van Christus als spiegel van de uitverkiezing, zoals door Calvijn en op de Dordtse synode met name door de Engelse theologen is gesteld, kunnen uitwerken? Dat zou het geheel van zijn boeken mijns inziens nog kunnen verrijken.
Gegeseld
Ten slotte: Het boek is eenvoudig, helder en leerzaam beschreven. Deze publicatie leert ons hoe gevaarlijk het is als bepaalde leerstellingen geïsoleerd worden van het leven des geloofs en als de bevinding wordt gerationaliseerd, waardoor de eenvoud van het geestelijke leven verdwijnt. Dat is niet alleen een gevaar voor de Gereformeerde Gemeenten, maar het is ook voor het totaal van de gereformeerde gezindte, ter rechterzijde en ter linkerzijde, zeer tot schade van een gezond geestelijk leven. Aangevochten zielen kunnen gegeseld worden door verbijzonderingen in het geestelijk leven. Tegelijk kan men naar de andere kant doorvloeien in het geloof, door het wonder van zalig worden helemaal uit het oog te verliezen, omdat Gods genadige verkiezing geen plaats krijgt in het geloof.
We kunnen dit boek hartelijk aanbevelen, niet alleen voor de kring van de Gereformeerde Gemeenten, maar voor de hele gereformeerde gezindte, voor jong en oud.