Mythe van een tolerant land
Integreren kon tot pakweg 2000 nergens beter dan in het tolerante, multiculturele Nederland. Zo wil het verhaal. Maar dat blijkt een misvatting. Ook vóór 2000 had Nederland het niet zo op nieuwkomers.
Historisch perspectiefRuim de helft van de Nederlanders is er duidelijk over: zij ervaren etnische dreiging en aantasting van de eigen positie door de komst van allochtonen.
Dat is echter niets nieuws: ook in de jaren tachtig en eind jaren negentig was etnische discriminatie in Nederland al wijdverbreid, blijkt uit het in 2007 verschenen onderzoek ”Allochtonen in Nederland in internationaal perspectief”. De veelegehoorde bewering dat Nederland pas na de gewelddadige dood van Fortuyn intolerant is geworden, is volgens de onderzoekers dan ook nergens op gegrond.
Ook langer geleden was de tolerantie minder groot dan sommigen willen doen geloven. In de 16e en de 17e eeuw, toen tal van vrijdenkers hun toevlucht in Holland zochten, konden de massaal migrerende Vlamingen en Duitsers hier niet op veel enthousiasme rekenen, zegt prof. dr. A. Th. van Deursen, kenner van de gouden eeuw. „Een schoonmaker die een paar knechts nodig had, zal ook toen eerder Hollandse dan buitenlandse jongens hebben uitgezocht.”
En dat ging dan nog wel over mensen die precies op de Hollanders leken en daardoor relatief snel integreerden, benadrukt Van Deursen. „Dat ligt met de komst van moslims vandaag heel anders. Eén ding is duidelijk: moslims zouden in het 17e-eeuwse Holland nooit een eigen moskee hebben mogen bouwen. Dat viel ver buiten de grenzen van de religieuze tolerantie.”
Internationaal perspectief
Niet alleen Nederland worstelt met integratie; het vraagstuk staat overal in het Westen hoog op de politieke agenda. Vooral het beleid van Frankrijk en Groot-Brittannië valt daarbij op.
In Frankrijk geldt de laïcité, de sterk doorgevoerde scheiding van kerk en staat die geen andere optie biedt dan uniformiteit. Dat leidt in de praktijk tot bijvoorbeeld het hoofddoekverbod voor meisjes op scholen. Integratie in Frankrijk betekent vooral assimilatie.
De Britse aanpak houdt van oudsher juist veel meer rekening met culturele diversiteit. In Groot-Brittannië is dan ook meer ruimte voor bijvoorbeeld onderwijs in eigen taal en de erkenning van verschillen.
Nederland zat aanvankelijk sterk op de Britse lijn, maar vooral sinds de kabinetten-Balkenende I en II lijkt afscheid te zijn genomen van het multiculturele model, stelt het onderzoek ”Allochtonen in Nederland in internationaal perspectief”.