Waarde van dier nog niet gedefinieerd
Minister Verburg van Landbouw komt niet tegemoet aan het verzoek vanuit de Kamer om het begrip ”intrinsieke waarde van het dier” nu al nader te definiëren.
Tijdens het Kamerdebat gisteren over de Wet dieren vroegen diverse partijen om een duidelijker formulering van het in de wet genoemde begrip, bijvoorbeeld door de vijf vrijheden van Brambell in de wet op te nemen.De commissie-Brambell schreef in 1965 dat dieren vrij moeten zijn: 1. van dorst, honger en onjuiste voeding; 2. van fysiek en fysiologisch ongerief; 3. van pijn, verwondingen en ziektes; 4. van angst en chronische stress; 5. om hun natuurlijke, soorteigen gedrag te vertonen.
Verburg wil de intrinsieke waarde van het dier –de eigen waarde van het beest, los van de gebruikswaarde die de mens eraan toekent– niet in de Wet dieren nader omschrijven omdat die wet een overkoepelende, algemene wet is. Pas als er nadere, concretere maatregelen komen die onder die wet hangen, zal Verburg per terrein (de slacht of biotechnologie) aangeven hoe de waarde van het dier zich verhoudt tot andere belangen.
De Kamer vindt dat er snel een lijst moet komen met dieren die particulieren zonder vergunning mogen houden. Verburg doet daar onderzoek naar.