Tukker, een man met vastomlijnde principes
Ds. W. L. Tukker, ooit voorzitter van de Gereformeerde Bond, was een minzaam man. In zijn Rotterdamse tijd voegde zijn collega W. A. Zeydner hem toe: „Tukker, je bent de beste in je soort, maar het soort deugt niet.”
Op zijn minzaamheid moest men zich echter niet verkijken. Hij kon ook toornen. Ik herinner me als de dag van gisteren dat hij tijdens een jaarvergadering van de Bond de voorzittershamer de zaal in smeet. En als hij vermoedde dat de inhoud van een brief, gegeven de afzender, zijn toorn zou opwekken, stuurde hij die brief wel eens ongeopend retour.Ds. Tukker was ook deftig. Hij past niet in een lelijk eendje, zei zijn collega-visitator-generaal ds. M. Groenenberg. Die onthulde ook eens dat de ober van een restaurant waar het hoogwaarde college had geluncht bij het heengaan allen groette met: „Dag heren”, maar bij het passeren van ds. Tukker zei: „Dag dominee.”
Ds. Tukker had ook vastomlijnde principes. Hij reed op zondag geen auto. Het verhaal gaat dat hij ooit voor een preekbeurt in Oud-Alblas vanuit Groot-Ammers de sabbatsreis per ”pedes apostolorum”, ofwel te voet aflegde. Meer dan anderen zat hij in ieder geval onder het gehoor van collega’s, omdat hij een beurt in eigen gemeente niet kon combineren met een dienst in een gemeente elders zonder van zijn vierwieler gebruik te maken. Dat de voorganger dan wel het transportmiddel benutte dat hij op zondag zelf niet wenste aan te raken, kon hem kennelijk niet deren.
Koffie
Twee ervaringen mogen zijn puriteinse visie illustreren. In mijn studententijd hadden we met een gezelschap ”weledelgeborenen”, ofwel studenten die lid waren van de CSFR, een weekend (foei: een weekbegin) in Oegstgeest. Ds. Tukker was toen dominee in Katwijk en we hadden hem vooraf aangekondigd ’s zondags zijn dienst te komen opluisteren. Hij had het ongeveer twintigkoppige gezelschap toen uitgenodigd op de koffie.
Aan het eind van de dienst wachtten we met de auto’s waarin we waren getransporteerd de pastor op en nodigden hem uit plaats te nemen. Zijn antwoord was even minzaam als resoluut: „Nee, gaan jullie maar vast, ik kom lopend.” Bij Rika vonden we een gastvrij onthaal. Koffie kregen we toen ds. Tukker zijn voetreis had volbracht.
Tram
En dan een verhaal uit Boedapest. Daar woonde zijn al even minzame vriend prof. Toth Kalman, die tijdens enkele jaren studie in Utrecht evenals ds. Tukker lid was van het dispuut Voetius. Ds. Tukker plachtte nogal eens te zeggen dat een mens is zoals hij loopt. Dat gold voor hemzelf: hij schreed. Maar dat gold ook voor prof. Toth.
Ooit maakte ds. Tukker een reis naar Boedapest, waar hij ten huize van prof. Toth verbleef. Nu gelden in Hongarije bepaald niet de puriteinse regels voor de zondag als te onzent in een bepaalde flank van de kerken gebruikelijk zijn (of waren). Tijdens het verblijf maakte ds. Tukker op een zondag zijn gastheer kenbaar dat hij de (gehuwde) kinderen van Toth wel wilde bezoeken. Voor het bezoek van de een moest men echter tramlijn x en voor het bezoek van de ander tramlijn y nemen. Deze mogelijkheid moest W. L. T. echter begrijpelijkerwijs ook weer minzaam maar resoluut afwijzen. „Laten uw kinderen dan maar hier komen”, zei hij.
Afvallig
Nochtans mag ik hier openbaren dat ik er getuige van ben geweest dat ds. Tukker zijn principe in dezen een keer overboord heeft gezet. Het geschiedde tijdens het (omstreden) bezoek van een delegatie van de Gereformeerde Bond aan Zuid-Afrika in 1977, waaraan ook ds. C. den Boer, prof. dr. C. Graafland, ir. L. van der Waal en schrijver dezes deelnamen. De tot preken bevoegde heren mochten voorgaan in een gemeente in de omgeving van Pretoria.
Die kans liet de dominee-in-hart-en-nieren zich niet ontnemen. Zijn verlangen naar een Zuid-Afrikaanse kansel bleek sterker dan zijn regels ten aanzien van de zondag. En dus stapte hij in de auto. Hij heeft toen ook zonder toga gepreekt.
In zijn alledaagse dracht was hij toch al voluit dominee. Men kon zich ds. Tukker immers ook niet voorstellen in vrijetijdskleding. In het Zuid-Afrikaanse Drakensgebergte had hij wel zijn jasje uitgetrokken, zodat we hem daar ook een keer in hemdsmouwen zagen.
Schaars
De dominees die zich vandaag van elk mobiel op zondag onthouden, zijn schaars geworden. Om over kerktoeristische gemeenteleden maar te zwijgen. Dat betekent dat dominees zelden nog ter kerke gaan. Ik bedoel uiteraard zelden onder het gehoor van een collega zitten en gewoon kerkganger zijn.
Misschien zou enige terughoudendheid bij de zondagse reizen toch aan te bevelen zijn. Een autoloze zondag moet niet alleen aan een oliecrisis voorbehouden worden. Wie ’s zondags pendelt van Onstwedde tot Terneuzen kan bovendien soms ook niet om Shell of Esso heen.
Maar een principe kan ook een juk worden. Ds. Tukker liet zien dat het dat voor hem niet was. Hoewel hij ook nooit zover zou gaan als oefenaar Wulfert Floor, die soms op zondag de trein nam.
Maar je weet maar nooit. Zo onthulde Maarten Schakel, politicus voor de ARP, later voor het CDA, in zijn biografie dat een gezelschap politici door een collega die de principes van ds. Tukker was toegedaan, te voet door New York werd gegidst, op weg naar een rechtzinnige preek. Toen het gezelschap echter na een halfuur lopen bemerkte oostwaarts te koersen, terwijl het westwaarts moest zijn, werd ook door de gids van twee kwaden de beste gekozen: geen kerkdienst, of een taxi om de dienst toch nog te kunnen halen.