Chaotische dagen op het spoorwegnet
Treinreizigers hebben de afgelopen dagen veel vertraging opgelopen door een aaneenschakeling van ongelukken, storingen en kapotte treinen. Vooral rond Amsterdam kampten de spoorwegen met tegenslag.
Zondagavond lag het treinverkeer rond de hoofdstad vanaf 21.00 uur een half uur lang stil door een stroomstoring. Later op avond legden de Nederlandse Spoorwegen het treinverkeer rond Amsterdam nog een keer een kwartier plat omdat de bediening van seinen en wissels haperde. Tegen 23.00 uur was dit euvel verholpen, maar stond het Amsterdamse Centraal Station nog vol met treinen waar nog personeel voor gevonden moest worden.
Die problemen duurden nog de hele avond. Reizigers van en naar Amsterdam moesten rond middernacht nog rekening houden met een vertraging van een half uur tot een uur en uitval van treinen. De ongeregeldheden namen langzaam af.
Een breuk in de bovenleiding bij Amsterdam had ook zaterdag al langdurige vertragingen tot gevolg op het traject Utrecht-Alkmaar. Zaterdagavond lag het treinverkeer van Rotterdam naar Breda en Roosendaal meer dan een uur stil vanwege een brandende dragline langs het spoor tussen Dordrecht en Lage Zwaluwe.
Verder leidde tussen Den Haag en Utrecht een kapotte wissel zaterdag tot oponthoud en door een kapotte trein liepen reizigers tussen Winterswijk en Aalten en half uur tot een uur vertraging op.
Het rommelige weekeinde op het spoor begon vrijdagavond al. De NS schrapte intercity’s tussen Haarlem en Eindhoven en tussen Amersfoort en Amsterdam om orde te scheppen in de chaos die eerder op de dag ontstond door een reeks incidenten. Ook toen werd vooral Amsterdam al door pech getroffen. In de buurt van Schiphol raakten twee treinen defect. Bovendien waren er rond de hoofdstad problemen met de bediening van seinen en wissels.
Spoorwegpolitie
Afgelopen vrijdag maakte het hoofd van de spoorwegpolitie, G. van Beek, bekend dat zijn afdeling de „aanwezigheidsgarantie” op veertien stations buiten de Randstad gaat beperken tot een kleiner aantal uren. In plaats daarvan gaat de spoorwegpolitie vaker meerijden op trajecten die veel problemen opleveren, veelal veroorzaakt door zwartrijders.
Nu geldt voor de veertien stations nog een aanwezigheidsgarantie van zestien uur. Volgens Van Beek kan de mankracht die dit kost, efficiënter worden ingezet door spoorwegpolitiefunctionarissen op ’lastige’ treinen te laten meerijden.
In dit verband noemt hij het van groot belang dat het rijdend NS-personeel wordt gebonden aan vaste trajecten. Op die manier ontstaat volgens Van Beek een beter beeld over de treinen die veel narigheid geven. Onder het rijdend personeel van de Nederlandse Spoorwegen bestaat juist grote weerstand tegen ’het rondje om de kerk’, waarbij machinisten en conducteurs vaste routes rijden en niet meer door het hele land worden ingezet.
Garantie
Over de aanwezigheidsgarantie van de spoorwegpolitie werden in januari 2000 afspraken gemaakt. Op de centrale stations Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag geldt een aanwezigheidsgarantie van 24 uur. Dat blijft zo, aldus Van Beek.
Op de veertien stations waar de spoorwegpolitie beperkter aanwezig zal zijn, moet het NS-personeel in voorkomende gevallen kunnen rekenen op de assistentie van de regionale politiekorpsen. De spoorwegpolitie is over deze plannen nog in gesprek met de NS en de regionale korpsen. Als het aan Van Beek ligt worden ze in de loop van 2002 gerealiseerd.