Stonehenge mogelijk werk van Zwitser
Stonehenge, de raadselachtige stenencirkel die dateert uit de begintijd van de Britse beschaving, is misschien het werk van een immigrant uit Zwitserland, denken archeologen. De man wiens graf vorig jaar in de buurt van het prehistorische monument werd gevonden en die met de bouw van Stonehenge in verband is gebracht, blijkt afkomstig uit de Alpen.
De volgens wetenschappers meer dan 4000 jaar geleden overleden man is aan de hand van de vuurstenen pijlpunten en polsbeschermers die bij zijn resten werden aangetroffen, geïdentificeerd als een boogschutter. Voorwerpen in zijn graf zijn terug te voeren op de klokbekercultuur, die in de bronstijd in de Alpen floreerde. Chemische componenten van het glazuur van zijn tanden identificeren hem als een bewoner van Centraal-Europa, waarschijnlijk het huidige Zwitserland, maar mogelijk ook Zuid-Duitsland of West-Oostenrijk.
Britse patriotten hebben geschokt gereageerd op het nieuws dat Stonehenge wellicht door een inwoner van het huidige Duitsland is gebouwd. De Daily Express: „Dit is net zo’n schok voor het nationale gevoelen als dat ontdekt zou worden dat de eerste cricketspelers leren broeken droegen en Bratwurst bij de thee aten.”
Koolstofdatering heeft uitgewezen dat de boogschutter, in de Britse pers tot de ”koning van Stonehenge” uitgeroepen, leefde rond 2300 voor Christus, ongeveer dezelfde periode waarin het huidige Stonehenge werd gebouwd. Zijn graf, dat zich op 5 kilometer van Stonehenge bevindt, was zo rijk gevuld dat hij ongetwijfeld een zeer gewichtig persoon was. Het kan per ongeluk zijn dat hij vlak bij Stonehenge begraven lag, maar de archeologische dienst van Wessex, die het 120 kilometer ten zuidwesten van Londen gelegen monument beheert, denkt dat hij bij de bouw betrokken is geweest. Woordvoerder Tony Trueman zei dat zowel de mensen van de klokbekercultuur als de inheemse Britten een vroeg-Keltische taal hebben gesproken en met elkaar konden communiceren. De Britten komen oorspronkelijk ook van het Europese vasteland, maar zij hadden zich al voor de komst van de boogschutter op de Britse eilanden gevestigd. De boogschutter behoorde duidelijk tot een andere cultuur, wat af te lezen is aan het aardewerk, de pijlpunten, koperen messen en kleine gouden versierselen die in zijn graf zijn gevonden.
De boogschutter was tussen de 35 en 45 toen hij stierf. Hij was krachtig gebouwd, maar had enkele jaren voor zijn dood een ongeluk gehad waarbij zijn linker knieschijf was afgebroken. Waardoor hij is gestorven was niet te achterhalen. Trueman zei dat een botontsteking ten gevolge van het ongeluk een oorzaak kan zijn geweest.
Dicht bij het graf van de boogschutter werd het graf gevonden van een jongere man, tussen de 20 en 25. Omdat deze dode dezelfde afwijkende botstructuur aan de voeten vertoont als de boogschutter moeten zij verwant zijn geweest. Onderzoek van de tanden van de jonge man wijst uit dat hij in Groot-Brittannië is opgegroeid. Dat betekent dat de oudere man lang voor zijn dood naar Groot-Brittannië moet zijn gekomen en niet op doorreis in Stonehenge was.
De koperen messen in het graf van de boogschutter waren afkomstig uit Spanje en Frankrijk, het goud werd gedateerd op 2470 voor Christus en is daarmee het oudste goud dat ooit in Groot-Brittannië is gevonden.
Stonehenge blijft de fantasie prikkelen. Sommigen zien er een tempel in van zonaanbidders, anderen denken dat het een observatorium was dat met andere prehistorische monumenten in de omgeving een gigantische astronomische kalender vormde.