De rechtbank acht het bewezen dat de man op 2 augustus 2002 het bewusteloze slachtoffer van een balkon in Kampen heeft gegooid of geduwd.

Het vonnis is hoger dan de eis van de officier van justitie, die pleitte voor twaalf jaar celstraf. De Kampenaar moet ongeveer 3700 euro betalen aan de nabestaanden.

Zijn advocaat vond het delict niet bewezen en stelde dat er sprake moet zijn geweest van een ongeval. Hij vindt het bewijs „extreem dun” en gaat in hoger beroep.

Volgens de rechtbank staat vast dat het slachtoffer niet is gevallen omdat hij geen geluid maakte tijdens de val. Bovendien heeft een getuige gezien dat twee mensen op het balkon stonden voordat het slachtoffer viel. Ook zelfmoord wordt uitgesloten.

Volgens advocaat H. Voors heeft het slachtoffer rond elf uur ’s avonds geprobeerd naar het naastgelegen balkon te klimmen en is hij daarbij gevallen. Volgens de raadsman was het overklimmen gebruikelijk in de flat aan de Wortmanstraat. Hij noemde de verklaringen van getuigen onbetrouwbaar en achtte het fysiek onmogelijk voor de verdachte om het slachtoffer over de reling te krijgen.

De rechtbank keurde de inzet van informanten tijdens het politieonderzoek af. Enkele agenten probeerden tijdens de detentie informatie te vergaren. Dat was in strijd met het recht op een eerlijk proces, aldus de rechtbank.