Notariaat gaat goed om met marktwerking
De overgang van vaste naar vrije tarieven in het notariaat is goed verlopen.
Er is voor de consument snel tariefsverscheidenheid met ruime keuzemogelijkheid ontstaan. Er zijn geen aanwijzingen dat de continuïteit of toegankelijkheid van het notariaat in gevaar is gekomen.
Dat is de eindconclusie van de commissie monitoring notariaat, die in opdracht van het parlement drie jaar lang de gevolgen van marktwerking in het notariaat heeft gevolgd. De commissie ziet dan ook geen reden om de tarieven voor vastgoedtransacties niet helemaal vrij te laten. Het rapport is woensdag aangeboden aan de minister van Justitie, de staatssecretaris van Economische Zaken en de Tweede Kamer.
De Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) is niet verbaasd over de uitkomsten van het onderzoek. Wel vindt zij dat de commissie te weinig aandacht heeft geschonken aan het feit dat ongeveer vijftig kantoren door de toenemende druk op de tarieven in financiële problemen zijn geraakt.
In het vorige rapport, zomer 2001, werd nog geconstateerd dat de tarieven in het familierecht, zoals testamenten, sterk waren gestegen. In het slotrapport zegt de commissie dat zich dit heeft voorgedaan bij een beperkt aantal kantoren. Vier van de tien notarissen leveren op genoemd terrein zelfs diensten onder de kostprijs.
De nieuwe notariswet ging op 1 oktober 1999 in en kwam met vrije tarieven en een vrijer vestigingsbeleid. Nederland is een van de weinige landen waar het „Latijnse notariaat” op die manier moet werken. De KNB heeft steeds gewaarschuwd voor de grote risico’s van vrije tarieven in een beroepsgroep met een dergelijke publieke taak als het notariaat. Zo leidde het loslaten van de tarieven tot de komst van prijsstunters. Deze brengen zowel hun eigen continuïteit als die van collega’s in gevaar, vindt KNB. Volgens de organisatie komt dit soort verschijnselen de rechtszekerheid van klanten niet ten goede.
De nieuwe wet heeft volgens de KNB wel een impuls gegeven aan vernieuwing en efficiëntieverbetering bij de beroepsgroep. Ondanks alle bezwaren wil de KNB niet terug naar de oude situatie. Wel wil zij dat er in de benoemingsvereisten een toetsing van de persoon wordt opgenomen en er een onafhankelijke Inspectie voor het notariaat wordt gevormd. Verder wil zij dat een notaris in loondienst kan komen van een collega. Ook mag niet worden bevorderd dat een notaris gaat samenwerken met anderen, zoals advocaten, die zijn onafhankelijkheid en onpartijdigheid in gevaar kunnen brengen.