„Kerk mag meer vreugde kennen”
Liefdevol waarderen wat er is en dan pas kijken naar wat anders kan. Dat is volgens prof. dr. H. P. de Roest de manier om dingen in een kerkelijke gemeente te veranderen.
De hoogleraar praktische theologie aan de Protestantse Theologische Universiteit in Utrecht sprak dinsdag tijdens een drukbezochte conferentie in Nijkerk. De bijeenkomst in De Schakel was georganiseerd door de Bond van Nederlandse Predikanten (BNP), in samenwerking met de Vereniging van Kerkelijk Werkers (VKW).Prof. De Roest zei dat kerkelijke gemeenten vaak best wat meer zelfwaardering mogen hebben. Hij noemde een kerkje op het Groninger platteland, waar slechts tien mensen de zondagse erediensten bijwonen, „maar waar niemand het woord crisis in de mond neemt. Met veel vreugde zijn zij betekenisvol voor elkaar en hun omgeving. Het uitgangspunt is de vreugde over het zijn van deze kerkplek.” Het gevaar van idealen en wensdenken is dat de gemeente opgejaagd wordt om te veranderen. „Als daarbij verwezen wordt naar urgentie liggen conflict en verlamming in het verschiet.”
In zijn toespraak ging hij in op de commotie die ontstaan is na de verschijning van het boek “Geloven in gemeenschap” van dr. Rein Brouwer, docent gemeenteopbouw van de Protestantse Theologische Universiteit in Utrecht. In het boek geeft de schrijver een gedetailleerd beeld van de hervormde gemeente De Brug in Amersfoort. Brouwer voert een pleidooi om om te zien naar de wijk waarin de kerk staat. Hij stelt dat de brugfunctie van de Amersfoortse wijkgemeente naar de wijk, naar andere religieuze gemeenschappen, naar andere kerken een armoedig bestaan leidt.
De kerkenraad van De Burg herkende zich voor een gedeelte niet in het geschetste beeld in het boek. Hij wees op de Pitstop, een ontmoetingsplek voor wijkbewoners, op de Interval, de openstelling op zondagmiddag voor buurtbewoners, op de Alpha-cursus, op de Damescontactgroep en op de vrijwilligers die in de wijk actief zijn.
De hoogleraar begreep die reactie. „De gemeente wordt afgeschilderd in wat zij niet doet en dat zet haar onder druk.” Hij wil De Brug positief waarderen in de bestaande verbindingen en meent dat het anders gegaan zou zijn als gemeente en onderzoeker in een voortdurende afstemming samengewerkt zouden hebben en als de reactie van De Brug op de kritische evaluatie in het boek opgenomen zou zijn.
Prof. De Roest noemde het boek waardevol, omdat het de interne en externe verbindingslijnen zichtbaar maakt. „Andere gemeenten kunnen er niet omheen kennis te nemen van het boek. Het heeft iets profetisch.”