Eenzaamheid ouderen lastig te bestrijden
Eenzaamheid onder ouderen is niet zo eenvoudig aan te pakken, schrijft Rienk van Splunder. Ideeën als een zorgplicht voor 55-plussers, zoals Lans Bovenberg voorstelt, zijn echter het overdenken waard.
CBS-demograaf Jan Latten voorziet dat eenzaamheid onder ouderen een serieus probleem wordt. De ouderenorganisaties hebben de afgelopen jaren, onder aanvoering van de PCOB, hulpmiddelen ontwikkeld en strategieën bedacht om plaatselijk meer aandacht te besteden aan vereenzaming. De kennis over wat wel en wat niet werkt is de laatste vijf jaar dan ook stevig toegenomen.Belangrijk, want vereenzaming heeft een grote impact op het welzijn en welbevinden van mensen. Uit onderzoek blijkt een duidelijk verband tussen gezondheid en gevoelens van eenzaamheid.
Tussen 30 en 40 procent (afhankelijk van de plaats of regio) van de ouderen heeft min of meer last van eenzaamheidsgevoelens. Voor de meeste mensen is dit van voorbijgaande aard, omdat men vroeg of laat zelf in actie komt om hiervoor oplossingen te vinden.
Er is echter een percentage van 5 tot 7 voor wie deze gevoelens van eenzaamheid moeilijk tot niet oplosbaar blijken te zijn. Zij zullen dikwijls het probleem niet willen toegeven, uit vrees zielig gevonden te worden. Dat maakt het hun omgeving moeilijk iets aan de situatie te veranderen.
Ook zijn er soms dieper liggende contactstoornissen, of voelt men zich niet in staat nieuwe contacten aan te boren, met dezelfde kwaliteit als weggevallen contacten. Het moge duidelijk zijn dat mensen die je bijna je hele leven hebt gekend, niet direct te vervangen zijn door anderen.
Omzien naar elkaar
Econoom Lans Bovenberg opende de discussie over de maatschappelijke bijdrage van ouderen door een zorgplicht voor werkloze 55-plussers voor te stellen. Bovenberg wil deze mensen verplicht klusjes laten doen voor zieken en bejaarden. Wat het voorkomen van eenzaamheid onder ouderen betreft, kan hier het mes aan twee kanten snijden. Actieve senioren blijven betrokken op de maatschappij en voor hen die dat nodig hebben is extra ondersteuning ruimer voor handen dan nu het geval is.
Het idee van Bovenberg is ongenuanceerd en kent heel wat haken en ogen. Denk alleen al aan de verplichting die bij mensen neergelegd wordt. Voor de PCOB is het als ouderenorganisatie toch een uitdaging hierover door te denken. Dat komt door de achterliggende gedachte dat deze discussie kan leiden tot een heilzame cultuurverandering, waarbij mensen meer omzien naar elkaar.
Die gedachte speelde ook een rol bij het invoeren van de verplichte maatschappelijke stage voor jongeren, een aantal jaren geleden. Dat stuitte destijds op weerstand. Intussen is de maatschappelijke stage niet meer weg te denken en ervaren betrokkenen het als een welkome aanvulling op het lesprogramma. Naastenliefde moet soms aangeleerd worden.
Hoewel blijkt dat bijvoorbeeld chatten op internet positieve effecten heeft en dat gespreksgroepen in een verzorgingshuis gunstig kunnen uitwerken, houden veel mensen behoefte aan persoonlijk contact. Wellicht is er een koppeling te maken met zogenaamde lief-en-leedcommissies, die bijna elke PCOB-afdeling kent. Speciale taak voor deze commissies is het omzien naar medeleden. Dat lijkt ouderwets, maar is van onschatbare waarde.
De auteur is voorzitter van de PCOB, belangbehartiger 50-plus.