Citroën haantje-de-voorste met roerige historie
Het eigenzinnige Citroën bestaat dit jaar negentig jaar. Dat viert het Franse automerk dit weekeinde in Amsterdam met onder meer een expositie en een parade van negentig automodellen, waaronder iconen als de 2CV (deux-chevaux), de DS (snoek) en de Traction Avant.
Daarmee willen de Fransen duidelijk maken dat negentig jaar Citroën gelijk staat met negentig jaar creatieve technologie. De Nederlandse importeur grijpt de gelegenheid ook aan om de nieuwe Citroën C3 en de DS3 aan het publiek te tonen.Citroën staat bekend als een bedrijf dat zijn tijd vaak ver vooruit was, maar heeft ook een roerige historie. Een aantal keren ging het bedrijf bijna kopje-onder. Zo ook begin jaren zeventig door de oliecrisis. Om verder te kunnen moest Citroën samengaan met Peugeot. De Franse autogroep PSA Peugeot Citroën was ontstaan. Tegenwoordig is het concern de op een na grootste autoproducent in Europa en heeft het meer dan 200.000 mensen in dienst.
De 2CV, beter bekend als de lelijke eend, is waarschijnlijk het meest fameuze model van Citroën. De eerste eend, met een topsnelheid van 65 kilometer per uur, werd in 1948 tijdens de autosalon van Parijs gepresenteerd. Autodeskundigen waren verbijsterd. Niemand had iets dergelijks verwacht van Citroën. Maar al snel kwam de belangstelling van het grote publiek los. Het einde van de auto, waarin miljoenen mensen hebben gereden en nog rijden, tekende zich pas meer dan veertig jaar later af.
In 1919 introduceerde Citroën de eerste aan de lopende band geproduceerde auto in Europa, het Type A. De personenauto’s en bestelbusjes van de beginjaren zorgden voor grote verkoopsuccessen.
Citroën was vaak haantje-de-voorste met het toepassen van bijzondere nieuwe technieken zoals pneumatische vering, meedraaiende koplampen en voorwielaandrijving. In 1934 zette Citroën de autowereld op zijn kop met de introductie van de Traction Avant. Dat was de eerste in massa geproduceerde voorwielaangedreven auto met een zelfdragende carrosserie. Maar de ontwikkeling van al deze technische hoogstandjes kostte Citroën zo veel geld dat de onderneming het hoofd niet meer boven water kon houden. Het bedrijf werd op verzoek van de banken overgenomen door bandenproducent Michelin.