In Conakry werden vrijdag slachtoffers begraven van het bloedbad dat soldaten maandag aanrichtten tijdens een demonstratie in een stadion in de Guinese hoofdstad. Die protestbijeenkomst was gericht tegen eventuele deelname van Camara aan de verkiezingen. Of de legerleider daadwerkelijk mee zal doen aan de verkiezingen liet hij vrijdag in het midden.Volgens Camara’s junta werden bij de slachting in het stadion niet meer dan 57 mensen gedood, maar een Guinese mensenrechtenorganisatie sprak van bijna 160 doden en meer dan duizend gewonden. De doden, ingepakt in wit linnen, lagen vrijdagmiddag bij de belangrijkste moskee van de stad in tenten bijeen. Nabestaanden zochten wanhopig naar hun geliefden. „Dit is een complete chaos," zei een van de rouwenden bij het gebedshuis. „We zijn hier in de hoop onze broer te vinden. Als we die niet kunnen vinden, lijkt me dat de soldaten nog andere lichamen hebben begraven dan hier liggen."

Camara legde vrijdag, net als eerder in de week, de verantwoordelijkheid voor het bloedbad bij de oppositie. „Ik zeg niet dat er geen mensen zijn gedood, maar dat het de schuld is van politici." Woensdag probeerde Camara de schuld ook al in de schoenen van oppositieleden te schuiven, „die andermans kinderen naar hun dood leidden, terwijl hun eigen kinderen comfortabel elders zitten." Camara zei dinsdag dat de slachtpartij en het grote aantal verkrachtingen dat daar nog op volgde het werk waren van ’onhandelbare elementen’ in het leger, waarvoor hij de verantwoordelijkheid niet op zich kon nemen.