Bosnië–Herzegovina is veertien jaar na de bloedige afscheidingsoorlog nog steeds etnisch en politiek verdeeld. De Zweedse minister van Buitenlandse Zaken Carl Bildt en de Amerikaanse onderminister Jim Steinberg willen in een verklaring dat de Bosnische politici wilskracht tonen dat te boven te komen.De oorlog begon in 1992 toen moslims zich wilden afscheiden van Joegoslavië tegen de zin van de tweede bevolkingsgroep, de Serviërs, in. Ook de derde groep, de Kroaten in Bosnië voelden niets voor een aparte staat Bosnië, maar westere mogendheden steunden desondanks de moslims in dit streven, wat na het einde van de oorlog in 1995 een eendrachtige vorm zou moeten krijgen.

De Serviërs hebben echter een eigen republiek binnen het huidige Bosnië. De rest heet moslim–Kroatische federatie. De twee landsdelen staan tegenover elkaar. Bosnië is een soort internationaal protectoraat geworden zonder functionerende nationale overheid.