Pastoraal advies van Paulus
De brieven van Paulus aan Timotheüs en Titus staan bekend als de pastorale brieven. De apostel geeft allerlei aanwijzingen voor het kerkelijk leven. Over bidden met opgeheven handen, vrouwen in het diaconaat en het honorarium van oudsten.
Prof. dr. P. H. R. van Houwelingen, hoogleraar Nieuwe Testament aan de Theologische Universiteit Kampen, schreef een commentaar op deze Bijbelboeken. Het is het laatste deel over de brieven van Paulus in de serie Commentaar op het Nieuwe Testament, onder redactie van prof. dr. J. van Bruggen (uitg. Kok, Kampen).De aanduiding pastorale brieven is nog niet zo heel oud, zegt prof. Van Houwelingen in zijn werkkamer in Kampen. „In de achttiende eeuw sprak een hoogleraar uit de Duitse universiteitsstad Halle over de ”Pastoral-Briefe Pauli”. Heel de Schrift is pastoraal van karakter, maar vooral déze brieven bevatten aanwijzingen voor de pastorale praktijk. Eigenlijk zijn het instructiebrieven van Paulus aan zijn medewerkers.”
De term pastorale brieven kan volgens prof. Van Houwelingen leiden tot misverstanden. „Dan lijkt het alsof de drie brieven een pot nat zijn. De brief aan Titus op Kreta is veel Griekser dan die aan Timotheüs, die van Joodse afkomst was. Paulus past zich aan zijn doelgroep aan. In de brief aan Titus citeert hij enkele regels van de heidense dichter Epimenides van Knossos. Aan Timotheüs schrijft hij juist over het geloof van zijn grootmoeder Loïs en moeder Eunice.”
De tweede brief aan Timotheüs ziet de Kamper hoogleraar als het geestelijk testament van Paulus. De apostel zit gevangen in Rome en de toekomst is onzeker. „Paulus is emotioneler en persoonlijker. Hij roept Timotheüs op spoedig naar Rome te komen. Tegelijk kijkt hij terug op zijn arbeid: Ik heb de goede strijd gestreden, ik heb de loop beëindigd, ik heb het geloof behouden.”
Paulus en Timotheüs waren als vader en zoon. „In Handelingen 16 lezen we dat ze elkaar in Lystra ontmoeten. De vader van Timotheüs is dan waarschijnlijk al overleden. Paulus besnijdt Timotheüs en wordt, zo zouden we zeggen, een soort peetvader voor hem. Hij vertrouwt hem de zorg over de gemeente van Efeze toe en geeft hem instructies per brief.”
Als apostolische medewerkers hadden Timotheüs en Titus een andere positie dan de oudsten en opzieners in de gemeenten. Ze werkten zelfstandig, kwamen van buitenaf, hadden een tijdelijke opdracht en waren financieel vrijgesteld. Zo waren ze voorlopers van de huidige predikant. „Paulus schrijft ook dat oudsten die zich extra inzetten voor de gemeente, dubbele eer waard zijn. Daar bedoelt hij mee: waardering in immateriële en materiële zin, honor en honorarium.”
Calvijn onderscheidde op basis van 1 Timotheüs 5:17 twee soorten oudsten: regeeroudsten en leeroudsten. Terecht?
„Je kunt niet zeggen dat ouderlingen de eerste categorie vormen en predikanten de tweede. Er was één soort oudsten, mensen met levenservaring, die leiding gaven aan de gemeente door verkondiging en leeronderricht.
Calvijn zocht vijfhonderd jaar geleden een weg om een goede invulling te geven aan de ambten. Wanneer we daar nu iets anders tegenaan kijken, betekent dat niet dat we meteen bepaalde ambten overboord moeten zetten. Als exegeet ga ik na wat er precies in de tekst staat; conclusies voor de kerkelijke praktijk van tegenwoordig laat ik over aan de praktisch theologen. Een commentaar is niet bedoeld om hierover uitspraken te doen.”
Paulus schrijft dat mannen moeten bidden met opgeheven handen. Wat betekent dat voor onze gebedshouding?
„In de oudheid was het de gewoonte om bij een gebed de handen uit te strekken in de richting van de godheid. Joden en christenen deden dat ook, omdat God in de hemel troont. Wie Hem wil aanroepen, strekt daarom vol verwachting twee handen uit.
Aanbidding vereist echter ook reine handen en een zuiver hart. Paulus wil de mannen duidelijk maken dat woede en onenigheid niet bij een biddende gemeente horen. Geheven handen gaan niet samen met gebalde vuisten. Dát is de context waarin Paulus dit schrijft. Wij mógen op deze manier bidden, maar het geldt niet als algemene regel. In de Bijbel komen ook andere gebedshoudingen voor.”
Paulus gaat uitvoerig in op de plaats van de vrouw in de gemeente. Biedt hij ruimte voor vrouwelijke diakenen, zoals sommigen menen?
„Paulus noemt in 1 Timotheüs 3 een aantal vereisten waaraan diakenen moeten voldoen. In vers 11 schrijft hij dan: „vrouwen eveneens”. Over de identiteit van deze vrouwen is veel discussie. Gaat het om de echtgenotes van de diakenen of om vrouwelijke diakenen? De argumenten over en weer lijken elkaar in evenwicht te houden.
In mijn commentaar doe ik een tussenvoorstel. Het gaat hier waarschijnlijk om vrouwen van diakenen die zelf ook met diaconaat bezig waren. Ze kregen een bepaald aandeel in het werk van hun man, bijvoorbeeld in de hulpverlening aan andere vrouwen.”
Maar er is dan geen sprake van een ambt.
„Het woord ambt is in dit geval een anachronisme. In die tijd was diaconaat meer een functie namens en onder verantwoordelijkheid van de gemeente. Ik zie ruimte voor vrouwen in het diaconaat, maar de vraag is op welke manier dat kan worden vormgegeven. Prof. Van Bruggen heeft bijvoorbeeld eens voorgesteld diakenen geen deel te laten uitmaken van de kerkenraad. Dan vermijd je het probleem van vrouwelijke ambtsdragers.”
Haardracht
De verhouding tussen mannen en vrouwen in de gemeente neemt in de eerste brief aan Timotheüs een belangrijke plaats in. „In de eerste eeuw manifesteerde zich vanuit Rome een nieuw type vrouw, de ”new roman woman”, dat zich met haardracht en kleding nadrukkelijk profileerde ten koste van mannen. Dat dreigde ook de verhoudingen binnen de gemeente te verstoren.
Paulus roept de vrouwen op tot rust, een actieve luisterhouding en ingetogenheid. „De baas spelen over de man zou de goddelijke scheppingsorde omkeren. De apostel gebruikt hier geen gelegenheidsargumenten, die alleen voor de situatie in Efeze gelden.”
Wat bedoelt Paulus met de uitspraak dat een vrouw zalig wordt door kinderen te baren?
„Met de vrouw in 1 Timotheüs 2 wordt volgens mij steeds Eva bedoeld, niet de vrouw in het algemeen. Eva zondigde, maar kon behouden worden door het Kind, dat uit haar nageslacht is geboren. In de weg van het moederschap wordt uiteindelijk haar leven gered. Deze uitspraak van Paulus is dus niet bedoeld om maar zoveel mogelijk kinderen te krijgen.”
Wat levert het schrijven van een commentaar voor u persoonlijk op?
„Exegetiseren is de puzzelstukjes opnieuw neerleggen. En soms licht er dan iets moois op, waarin je anderen graag wilt laten delen. Zo schrijft Paulus in 2 Timotheüs 4:11 vanuit de gevangenis dat alleen Lucas nog bij hem is. De aanwezigheid van Lucas wordt vaak verklaard vanuit zijn medische deskundigheid, alsof hij zo nodig even een injectie zou kunnen geven.
De zogeheten Canon Muratori, een oude lijst uit Rome met wetenswaardigheden over de meeste nieuwtestamentische geschriften, noemt Lucas behalve arts ook rechtsgeleerde. Hij kon zijn kennis van juridische zaken gebruiken bij het proces tegen Paulus.
Dan vallen ook andere namen in het slot van deze brief op hun plaats. Omdat Paulus gevangen zit, kiezen sommige medewerkers ervoor te vertrekken. Maar Timotheüs moet Marcus meebrengen: naast Lucas roept Paulus nog een tweede en een derde getuige op.”