Regeringspartij eist opstappen Bouterse
De Surinaamse regeringspartij Pertjajah Luhur eist dat ex-dictator Desi Bouterse als parlementslid opstapt. De partij van de Javaanse minister Paul Somohardjo is van mening dat Suriname zich belachelijk maakt door toe te staan dat Bouterse deel uitmaakt van de regering, terwijl hij in Nederland wegens drugshandel tot elf jaar cel is veroordeeld.
Pertjajah Luhur heeft aangekondigd binnenkort met een voorstel naar het parlement te stappen om de omstreden ex-dictator te dwingen te vertrekken. In Suriname wordt de aanval van de Javaanse partij echter niet serieus genomen en vooral gezien als een wraakactie. Somohardjo, die behalve minister van Sociale zaken en Volkshuisvesting ook voorzitter van de partij is, ligt zelf al weken onder vuur omdat hij wordt beticht van aanranding. De bewindsman zou in december vorig jaar de jeugdige deelneemsters aan een door zijn partij georganiseerde schoonheidswedstrijd hebben lastiggevallen. Deze kwestie wordt door het openbaar ministerie onderzocht. Van verschillende kanten is aangedrongen op zijn aftreden, met name vanuit de hoek van de oppositie, met Bouterses Nationale Democratische Partij (NDP) voorop. Maar Somohardjo zegt niets te hebben gedaan en dus ook niet van plan zijn af te treden.
Voorlopig wordt Somohardjo nog gesteund door de coalitie onder aanvoering van president Ronald Venetiaan. Die wil eerst het resultaat van het gerechtelijk onderzoek afwachten. Bovendien zal het ontslag van Somohardjo zeer waarschijnlijk leiden tot de val van de regering, omdat Pertjajah Luhur in dat geval uit de uit vier partijen bestaande coalitie zal stappen.
De aanval van Pertjajah Luhur wordt beschouwd als een poging de aandacht voor de problemen rond Somohardjo af te leiden door zijn grootste opponent, Bouterse, op de hak te nemen. Bouterse, voorzitter van de NDP, de grootste oppositiepartij, maakt sinds de verkiezingen van mei 2000 deel uit van het parlement. Ondanks protesten van andere partijen kon hem wettelijk en juridisch geen strobreed in de weg worden gelegd om zijn plaats op het pluche in te nemen. In Suriname heeft hij immers geen strafblad. Wel hangt hem juridische vervolging boven het hoofd omdat hij als hoofdverdachte wordt beschouwd in de kwestie van de Decembermoorden van 1982, toen onder zijn regime vijftien tegenstanders uit de weg werden geruimd. Dit onderzoek is echter nog altijd niet afgerond.