De rebellen zeggen onder meer te strijden tegen aantasting van het milieu door buitenlandse oliemaatschappijen en uitbuiting van de lokale bevolking. De opstandelingen waren sinds begin 2006 verantwoordelijk voor ontvoeringen en aanvallen op oliepijpleidingen. Maar volgens waarnemers maken ze zich ook schuldig aan meer reguliere criminele praktijken.De Nigeriaanse president Umaru Yar’Adua beloofde de rebellen amnestie om de onrust in de olierijke Nigerdelta tegen te gaan. De zestig dagen durende overheidsregeling loopt zondag af.

Binnen de belangrijkste rebellenbeweging van Nigeria, de Beweging voor de Emancipatie van de Niger Delta (MEND), bestaat verdeeldheid over de regeling. Ze laat de wapens nog zeker twee weken zwijgen en onderhandelt met de regering over ontwapening. Volgens de MEND mist de regeling integriteit. MEND–leider Henry Okah zegt dat de onrust voort zal duren zolang de oorzaken ervan blijven bestaan. De rebellen claimen een eerlijker aandeel in de olie–inkomsten voor de arme bevolking.

Activisten zijn dezelfde mening toegedaan. „Zelfs als alle rebellen de strijd opgeven, komt er pas vrede als de problemen in de Niger Delta worden aangepakt", aldus een medewerker van een mensenrechtenorganisatie voor jongeren. Volgens hem is er weinig dat de ’jongens’ van de opgevende leiders ervan weerhoudt naar een andere leider over te stappen en de strijd voort te zetten.

De regering belooft alle rebellen die de wapens inleveren een salaris, onderwijs en sollicitatietraining. Maar honderden van hen moeten hun geld nog ontvangen. Ook zijn rehabilitatie– en re–integratieprogramma’s nog niet volledig operationeel. Volgens een adviseur van de president hadden eind september circa zesduizend strijders hun wapens ingeleverd.