Rouvoet verwees naar een afspraak die hij net na zijn aantreden met de gemeenten heeft gemaakt. Die hebben toen ook extra geld gekregen, dat ze naar eigen inzicht kunnen uitgeven aan maatregelen die hun jeugd ten goede komen. De minister wil de gemeenten nu niet voor de voeten gaan lopen. Sommige gemeenten kunnen er bijvoorbeeld voor kiezen het buurtwerk in te zetten om pubers te helpen.Maar de Kamer is bang dat kinderen die in de moeilijke puberleeftijd extra risico lopen, uit beeld verdwijnen als de jeugdarts er niet meer aan te pas komt. Daar komt nog eens bij dat geluiden de Kamer bereiken dat de gemeenten juist aan het snijden zijn in de gezondheidszorg voor de jeugd. De SP voerde aan dat in Rotterdam een extra bezoekje aan de jeugdarts van pubers ten koste is gegaan van heel jonge kinderen. Zij zouden juist minder vaak bij het consultatiebureau langs kunnen. De PvdA had signalen dat de de controles van de melkgebitten en de ogen van de jongste kinderen er bij in zou schieten.

De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) stelde dit voorjaar al dat het ongewenst is dat ’risicokinderen’ uit het oog worden verloren. Daarom pleitte de inspectie voor een extra bezoek aan de jeugdarts voor pubers. Dat moet dan in het voortgezet onderwijs of in het middelbaar beroepsonderwijs geregeld worden.

GGD Nederland riep Rouvoet al op om meer geld te geven voor de jeugdartsen zodat deze kinderen op de basisschool en in het voortgezet onderwijs meer begeleiding kunnen geven. Dit zou ziekteverzuim en voortijdig schooluitval omlaag kunnen brengen.