Tijdens de hadj trekken zo’n 2 miljoen mensen naar Saudi-Arabië. De autoriteiten in Pakistan bevestigen dat er in de periode rond de hadj grote problemen zijn met de controle van reizigers. Twee jaar terug hield de Pakistaanse douane zeker 1000 mensen aan die met valse papieren probeerden aan boord van vluchten naar Mekka te komen. Pakistan probeert zoveel mogelijk reizigers te controleren om te voorkomen dat terroristen het land binnenkomen of verlaten.

Ook in Afghanistan, waar volgens de VS in afgelegen gebieden nog cellen van al-Qaida actief zijn, is een zeer strikte controle op pelgrims van toepassing. De identiteit van reizigers wordt door de politie streng gecontroleerd en ook moeten Mekka-gangers zich registreren bij hun moskee, maar bij terugkomst worden de pelgrims nauwelijks gecontroleerd.

Vier jaar geleden probeerden familieleden van Osama bin Laden de hadj te gebruiken om de toen zieke terroristenleider in Afghanistan te bezoeken, stelt een voormalige medewerker van de nationale Afghaanse luchtvaartmaatschappij. Toentertijd waren tegen Afghanistan internationale sancties van kracht en was het de Afghaanse luchtvaartmaatschappij verboden vluchten naar het buitenland uit te voeren, behalve voor pelgrims naar Mekka. Uiteindelijk werd ervan afgezien een broer en de moeder van Bin Laden naar Afghanistan te vervoeren, omdat medewerkers van de VN iedereen controleerden die in Kabul van boord ging.

Maandag beleefden 2 miljoen moslims in Saudi-Arabië het hoogtepunt van de hadj. De pelgrims kwamen samen voor gebed op de berg Arafat, de plaats waar de profeet Mohammed in 632 zijn laatste preek uitsprak. Moslims geloven dat aan Mohammed tijdens deze preek het laatste deel van de koran werd geopenbaard. Het gebed bij de berg symboliseert voor de pelgrims de dag des oordeels, wanneer elk mens zich tegenover Allah verantwoordt voor zijn daden.