Alle ogen zijn gericht op de SER
DEN HAAG (ANP) - Het zal er om spannen de komende dagen: lukt het de Sociaal-Economische Raad voor donderdag 1 oktober met een alternatief te komen voor de kabinetsplannen de AOW-leeftijd geleidelijk te verhogen naar 67 jaar. De hoofdrolspelers zijn er nog niet in geslaagd een compromis te bereiken en schatten de kans op succes verschillend in. De FNV blijft optimistisch, werkgeversorganisatie VNO-NCW acht de kans op succes heel klein.
SER-voorzitter Alexander Rinnooy Kan doet zijn uiterste best voor een breedgedragen advies, maar of dat lukt is nog verre van zeker. Slaagt hij er niet in, dan is dat ook voor het prestige van het belangrijke adviesorgaan een slechte zaak.Een oplossing wordt gezocht in flexibilisering van de AOW-leeftijd. Dat betekent dat de vaste leeftijd voor AOW wordt losgelaten en mensen kunnen kiezen. AOW op 65 kan dan nog steeds en dat zou bezwaren van de FNV, die tegen een hogere leeftijd is, kunnen wegnemen. Wel krijgt iemand die na zijn 65e jaar doorwerkt, dan meer AOW dan mensen die op hun 65e stoppen. Voor de technische uitwerking daarvan circuleren diverse modellen.
Het CNV ziet daarin mogelijkheden, maar wil wel dat het ook voor mensen met een laag inkomen financieel mogelijk blijft op hun 65e te stoppen met werken.
Ook over de manier waarop de leeftijd zou moeten worden aangepast, geleidelijk of in grote stappen, zijn de meningen verdeeld. Voorzitter Bernard Wientjes van VNO-NCW ziet dat het liefst in een paar grote stappen gebeuren, zonder zich erover uit te laten wanneer die dan zouden moeten worden genomen. Maar hij heeft al wel aangegeven dat mensen die nu 58 jaar zijn, wat hem betreft nog geen last hoeven te ondervinden van een verhoging van de leeftijd.
De termijnen waarbinnen de AOW-leeftijd aangepast zou moeten worden variëren. Er zou een voorstel liggen om vanaf 2011 de leeftijd met een maand per jaar op te trekken. Ook VNO-NCW, dat wel voor een hogere leeftijd is, vindt dat te vroeg. Volgens andere scenario’s zou de leeftijd in 2025 naar 66 jaar moeten, of naar 67 jaar in 2030.
Punt van discussie is ook het aanvullend pensioen. VNO-NCW wil dat dit ’meebeweegt’ met de AOW-leeftijd. Gaat die omhoog, dan gaat ook de leeftijd waarop het aanvullend pensioen ingaat omhoog en loopt ook de premiebetaling tot die datum door.
Een alternatief van de SER moet net zo veel opleveren als de plannen van het kabinet de AOW-leeftijd op 67 jaar te brengen: 4 miljard euro. Dat is nodig om de overheidsfinanciën weer op orde te krijgen na de economische crisis en om de voorzieningen met de vergrijzing betaalbaar te houden.
Komt de SER er niet uit dan gaat Donner de eigen plannen verder uitwerken. Hij heeft in april al een notitie gepresenteerd met allerlei opties om de AOW-leeftijd te verhogen. Dat kan geleidelijk vanaf 2016 met een maand per jaar, maar het is ook mogelijk om de pensioengerechtigde leeftijd eerst in een keer naar 66 jaar te verhogen, zoals regeringspartijen CDA, PvdA en ChristenUnie momenteel bespreken.
Komt de SER met een breedgedragen alternatief, dan weegt dat zwaar voor het kabinet. Maar het is niet verplicht het over te nemen.