Agenten leveren dienstpistool in
Van alle 3200 politiemensen in het korps Haaglanden hebben 500 agenten begin dit jaar hun dienstpistool moeten inleveren.
Dat komt omdat zij niet zijn geslaagd voor de jaarlijkse schiettest of die niet hebben afgelegd. Dit bevestigde een politiewoordvoerster van het korps zaterdag.
De betrokken agenten moeten nu werk gaan doen waarbij de kans op het gebruik van een wapen minimaal is. Het gaat dan om politietaken als bureauwerk, posten en wijkzorg. Van de 500 mensen die nu geen wapen meer mogen dragen, draait het grootste deel al diensten waarbij het dienstpistool niet nodig is. „Vaak gaat het om mensen die gedetacheerd zijn of om vrouwelijke politiemensen die zwanger zijn en daarom geen schietoefeningen doen.”
Omdat het korps Haaglanden zegt veiligheid hoog in het vaandel te hebben, gaan de wapenloze agenten de test wel opnieuw doen, net zolang tot ze wel slagen. De woordvoerster benadrukt dat het aantal agenten dat nu geen wapen draagt geen probleem oplevert voor het korps en voor de veiligheid van de mensen.
Politieagenten lopen in de toekomst altijd de kans dat ze hun dienstwapen in moeten leveren als ze niet slagen voor de zogeheten ”toets geweldsbeheersing”. Degenen die de test niet doorstaan, moeten naast het dienstpistool ook hun busje pepperspray en handboeien inleveren.
Volgens de raad van hoofdcommissarissen hoeft het hoge aantal gezakte agenten geen invloed te hebben op de sterkte van de straatsurveillances. „Het blijkt vaak dat vooral personeel dat kantoordiensten draait nogal slordig is met het bijhouden van de schietvaardigheid”, aldus woordvoerder C. den Bakker. „Dat is geen excuus, want iedereen moet dit bijhouden. Maar het brengt wel een nuance in de cijfers aan.”
Volgens Den Bakker doet het ministerie van Binnenlandse Zaken onderzoek naar de landelijke slagingspercentages van de schiettesten. De uitkomsten daarvan worden binnenkort bekendgemaakt.