„Militairen in Kabul lopen grote risico’s”
Een oorlog tegen Irak kan in Afghanistan leiden tot een situatie waarbij Nederlandse militairen als ratten in de val komen te zitten. De onder VN-vlag in Kabul gestationeerde eenheden zijn te licht bewapend om krachtig weerwerk te bieden tegen rebellerende krijgsheren die de volkswoede mobiliseren. „Het probleem is dat we altijd hopen dat het meevalt”, analyseert oud-minister Bram Stemerdink. „Maar in een oorlogssituatie mag je daar nooit van uit gaan.”
Het was de Turkse generaal Hilmi Akin Zorlu die de kwestie rond de jaarwisseling aan de orde stelde. Tot vandaag fungeerde hij als commandant van de internationale vredesmacht ISAF, die in en rond de Afghaanse hoofdstad Kabul is gelegerd. In die hoedanigheid proefde hij hoe breekbaar de banden tussen de 4900 VN-soldaten en de Afghaanse bevolking zijn. Zo nu en dan doen zich al schermutselingen voor.
In het bijzonder in de richting van Duitsland en Nederland, die vandaag het ISAF-commando van de Turken overnamen, formuleerde Zorlu de waarschuwing dat een oorlog tegen Irak het Afghaanse kruitvat kan doen exploderen. Oplaaiende antiwesterse sentimenten zouden zich gemakkelijk op ISAF kunnen richten. Zorlu adviseerde de Duitsers en de Nederlanders zich met het oog daarop zwaarder te bewapenen.
Toen ISAF zijn tenten een jaar geleden in het gedemilitariseerde Kabul opsloeg, was het de bedoeling dat de troepen vooral als een soort politiemacht zouden gaan functioneren. De fundamentalistische Taliban waren door Amerikaanse bommen en onafhankelijke Afghaanse krijgsheren verdreven, en dus was er een machtsvacuüm ontstaan in de hoofdstad, waar het centraal gezag toch al historisch zwak was.
Terwijl via internationale diplomatie een nieuwe Afghaanse regering onder leiding van president Karzai in het zadel werd geholpen, startte ISAF met het opleiden van militairen en politieagenten, met het oog op de taken die Afghanistan ooit zelf zal moeten vervullen. Ondertussen werd de orde in Kabul bewaakt en gingen in het zuiden van het land de gevechten met Al-Qaida- en Taliban-strijders door.
De situatie in de wereld leidde langzaam maar zeker tot wrijving tussen ISAF en de Afghaanse bevolking. Heel aanschouwelijk werd dat anderhalve week geleden, toen vlak bij het Duits-Nederlandse kwartier in Zuidoost-Kabul vier raketten insloegen. Hoewel niet kon worden vastgesteld of ze daadwerkelijk tegen de VN-militairen gericht waren, onderstreepten ze de bange vermoedens die de waarschuwing van Zorlu had losgemaakt.
Evacuatieplannen
In de Tweede Kamer was PvdA’er Koenders de eerste die aan de bel trok. Vlak na de waarschuwing van Zorlu stelde hij schriftelijke vragen. In een reactie stelde waarnemend minister Kamp van Defensie dat de veiligheidssituatie in en rond Kabul nog altijd stabiel is. Mocht een oorlog in Irak daadwerkelijk tot grootscheepse agressie leiden, dan liggen evacuatieplannen klaar. De Amerikaanse overheid heeft daarbij onmiddellijke hulp toegezegd.
Naar aanleiding van de raketinslagen riepen GroenLinks en SP minister Kamp vorige week ter verantwoording. Zij kregen van hem de toezegging dat er op korte termijn een nieuwe veiligheidsanalyse wordt gemaakt. Bovendien is inmiddels besloten de 650 Nederlandse militairen hoogwaardige mortierradars na te sturen, waardoor ze weerbaarder zijn tegen eventuele nieuwe agressiedaden.
PvdA-oudgediende Bram Stemerdink, in het kabinet-Den Uyl drieënhalf jaar staatssecretaris van Defensie en een jaar minister, is er niet van onder de indruk. Met de mortierradars voor ISAF is hij blij, maar de veiligheidsanalyse zal volgens hem weinig opleveren. „Het kabinet zal alle kaarten op de Amerikanen blijven zetten. In geval van nood halen die de Nederlanders weg. Dat schijnt zelfs zwart op wit te staan.”
Srebrenica
Probleem opgelost? Volgens Stemerdink allerminst. Sceptisch: „Op papier klopt altijd alles. In werkelijkheid moet je het nog maar zien.” In tegenstelling tot minister Kamp vindt de PvdA’er de hele situatie wel degelijk vergelijkbaar met Srebrenica, waar de Nederlandse militairen van Dutchbat in 1995 ook als ratten in de val zaten. „Je kunt alles met betrekking tot de evacuatie nu goed geregeld hebben, maar dat was toen het grootste probleem niet. Grootste probleem was in 1995 dat de bescherming niet goed was geregeld. Op het beslissende moment bleef luchtsteun uit.”
vraag (u14(Hoe geloofwaardig vindt u de dreigingsanalyse van de Turkse generaal?
„Dat is een heel plausibel verhaal. Afghanistan wordt nog steeds gedomineerd door al die onafhankelijke krijgsheren, hetzelfde geboefte dat een jaar geleden is gebruikt om de Taliban te verdrijven. Die worden alleen maar gedreven door eigenbelang. Ze wilden van de Taliban af omdat die hun papaverteelt hadden platgelegd. Daarmee kwam de hele heroïneproductie in gevaar, waaraan de krijgsheren miljarden verdienen. Inmiddels produceren ze meer heroïne dan ooit tevoren, is gebleken uit een recent rapport van de Verenigde Naties. Daarom hebben ze er nu alle baat bij om te voorkomen dat de VN en ISAF erin slagen een krachtig centraal gezag op poten te zetten. Ze zullen de oorlog in Irak ongetwijfeld gebruiken om de volkswoede tegen ISAF te mobiliseren.”
vraag (u14(Zouden die vier raketten ook van hen kunnen zijn?
„Dat is heel goed mogelijk. Er wordt nu van uitgegaan dat ze kwamen van restanten van Taliban-eenheden. Maar dat is dan ook de lezing die ons het best uitkomt. In dit soort situaties kun je beter uitgaan van het slechtst denkbare scenario. Voor hetzelfde geld zijn het krijgsheren met hun aanhang die zich aan het hergroeperen zijn.”
vraag (u14(Hoe groot is de kans dat krijgsheren erin slagen de volkswoede te mobiliseren?
„Die is groot. De Afghanen voelen zich verbonden met hun Iraakse broeders. De krijgsheren zullen er niet voor terugschrikken om het beeld te scheppen en te versterken dat het Westen nu de moslims aanvalt. Daarvoor zullen ze het moslimgeloof misbruiken, wat in korte tijd een heel gevaarlijke situatie kan opleveren.”
vraag (u14(En dan is ISAF weerloos?
„Het grote probleem is dat de ISAF-militairen maar heel licht bewapend zijn en dat het eenvoudigweg onmogelijk is om die eenheden in een mum van tijd van zware wapens te voorzien. Let wel: ze zijn niet te licht bewapend voor de taken die ze volgens hun taakomschrijving moeten uitvoeren, maar voor noodsituaties. Dat is altijd het probleem met dit soort missies: we hopen dat het meevalt. Maar daar mag je nooit op rekenen. Je moet ook berekend zijn op noodsituaties.”
vraag (u14(Als u minister was, dan zou u de ISAF-eenheden veel zwaarder hebben bewapend?
„Jazeker. Je moet in dit soort kwesties heel simpel militair denken. Een soldaat op een fiets kan heel goed patrouilleren, maar niet aan gevechten deelnemen. Een soldaat in een pantservoertuig met boordkanon kan vechten, maar ook patrouilleren. Toen Nederland in 1979 militairen voor een vergelijkbare vredesmissie naar Libanon stuurden, was dat een zwaarbewapend NAVO-bataljon, versterkt met mortieren. Ik ben erbij geweest toen die jongens een demonstratie gaven aan een groep dorpsoudsten. Nou, dat hielp daar hoor.”
vraag (u14(Wat zou het kabinet nu kunnen doen om de positie van de Nederlandse militairen te versterken?
„Zo’n maatregel als het nazenden van mortierradars vind ik een goed begin. Er moet zwaardere bewapening komen. Maar wat op korte termijn het allerbeste zou zijn, is een verdubbeling van het aantal Nederlandse F-16-jachtvliegtuigen op de basis in Kirgizië. Zet er daar zes tot tien bij, en plaats die rechtstreeks onder het bevel van het Duits-Nederlandse hoofdkwartier in Kabul. Dan ben je pas echt zeker van luchtsteun, want je hebt die volledig in eigen handen. Doet zich een noodsituatie voor, dan zijn ze er zo en kunnen ze de vijand vanuit de lucht aanvallen. Dat is effectief en het draagt in hoge mate bij aan de veiligheid van onze militairen in Kabul. Bovendien is het stationeren van extra F-16’s in Kirgizië heel snel te regelen.”