Haal prostitueebezoek uit taboesfeer
Prostitueebezoek en seksverslaving komen onder christenen evengoed voor als onder niet-christenen. Toch wordt er in veel kerken nauwelijks over gepraat. Openheid en praktische hulpverlening zijn daarom hard nodig, betogen Lana van Es en Gertjan de Jong.
„In de kerk hoor je vaak: „Bij ons komt dat niet voor.” Maar vergis je niet: één op de vijf à zes prostitueebezoekers die ik aanspreek, heeft een kerkelijke achtergrond.” Dat zegt Roel de Wilde, hulpverlener onder prostitueebezoekers in Den Haag. Hij merkt dat prostitueebezoek en seksverslaving ook in kerken een serieus probleem is.Toch krijgt hij nauwelijks de kans om in de kerk zijn verhaal te doen. „Pas had ik een uitnodiging van een pastoraal team om te vertellen over mijn werk. Uiteindelijk trok het team de uitnodiging in. Het onderwerp was „niet relevant genoeg.” Ik vermoed eerder dat het onderwerp té relevant was. Het kwam te dichtbij.”
Het lijkt erop dat veel christenen terughoudend zijn om zonden concreet te benoemen. Met uitspraken over de volkomen verdorvenheid van de menselijke natuur sla je in menig kerk geen mal figuur. Integendeel. Maar wonderlijk genoeg stuit je met concrete voorbeelden van (seksuele) zonden vooral op weerstand en verlegenheid. Of zoals een dominee eens vertelde: „Toen ik in een preek over prostitueebezoek begon, viel er een dodelijk stilte. Niemand wist er raad mee.”
Geheim
„Wij durven geen zondaren te zijn”, constateerde de Duitse theoloog Dietrich Bonhoeffer eind jaren dertig. „De ontsteltenis bij vele christenen zou ontzettend zijn, als plotseling een echte zondaar onder de vromen terecht zou komen. Daarom blijven wij met onze zonde alleen, in de leugen en de huichelarij; want we zijn nu eenmaal zondaren.”
Eenzaamheid. Isolatie. Dat is volgens Bonhoeffer het gevolg van deze hypocrisie. Want „de zonde wil met de mens alleen zijn. Ze onttrekt hem aan de gemeenschap. Hoe eenzamer een mens wordt, des te verwoestender wordt de macht van de zonde over hem, en naarmate de binding aan de zonde weer sterker wordt, des te wanhopiger wordt dan de eenzaamheid.”
Recent onderzoek toont dat deze woorden nog steeds actueel zijn. Marc Verkerk, student management in de zorg, sprak in opdracht van Tot Heil des Volks diverse seksuologen en andere hulpverleners over prostitueebezoek en seksverslaving. Uit die gesprekken en aanvullend literatuuronderzoek blijkt dat zo’n 90 procent van de prostitueebezoekers zijn prostitueebezoek geheimhoudt voor de omgeving. Schuld- en schaamtegevoelens weerhouden hen ervan het geheim te delen en zorgen voor een geïsoleerd bestaan. Ze moeten steeds meer trucjes en leugens gebruiken om hun geheim te verbergen.
Dat geheime leven heeft grote invloed op de sociale relaties. De bordeelbezoeker besteedt steeds meer tijd aan zijn geheime leven. Een ex-bezoeker in een vraaggesprek met Verkerk: „Op een gegeven moment kon ik nog maar twee uur met vrienden afspreken, want daarna moest ik weer de spanning opzoeken. De onophoudelijke drang naar seks heeft mij banen en vriendschappen gekost.”
Juist in de eenzaamheid ontkiemt zonde, leert het onderzoek van Verkerk. Porno kijk je eerder op een kamer achter gesloten gordijnen dan in een park op een zonnige lentedag. Een ouderling die regelmatig vertier zoekt op de wallen, wordt daar liever niet gezien door bekenden.
Geen krachtpatsers
Zonde schuwt licht en gemeenschap. Dat is ook de ervaring van predikant Jan-Willem Roosenbrand. Jarenlang worstelde hij met pornoverslaving. De belangrijkste les die hij leerde: „God wilde mij duidelijk maken dat ik andere mensen nodig heb. Ik moest niet zo trots zijn te denken dat ik het alleen met Hem wel kon. Daarvoor heeft Hij een gemeente gegeven.” (Nederlands Dagblad, 30 juni 2006.)
Een waardevolle les. Soms is de schaamte echter te groot om het probleem bij een gemeentelid aan te kaarten. Vooral bordeelbezoekers houden hun activiteiten angstvallig verborgen. Gespecialiseerde christelijke hulpverlening kan in zo’n geval uitkomst bieden.
Dit ontslaat de kerk echter niet van haar verantwoordelijkheid. De gemeente van Christus is geen plek van krachtpatsers en heldhaftige zondebestrijders. Juist in de kerk zou je mannen en vrouwen moeten vinden die geen hoge pet op hebben van hun eigen kracht en vroomheid. Zonde, zwakte en falen, ze weten er alles van. Ze moeten het helemaal van de genade hebben.
Een christelijke gemeenschap wordt pas sterk als ze het lef heeft om zwak te zijn. Wanneer gelovigen hun trots, schaamte en eigendunk overwinnen. Wanneer ze hulp zoeken bij elkaar, in vertrouwen en gebed. Alleen in een gemeenschap die eerlijk haar zwakheid erkent, kan de genade van Jezus Christus schitteren.
De auteurs zijn respectievelijk projectleider van CHAP Amsterdam (Christelijke Hulp aan Pornoverslaafden en Prostitueebezoekers) en redactioneel medewerker bij Tot Heil des Volks. Het project CHAP van Tot Heil des Volks gaat dit najaar van start.