Meer rechtszekerheid voor militair na geweld
Militairen die vanuit hun taak rechtmatig geweld hebben gebruikt, krijgen een betere wettelijke positie.
Een militair wordt nu ook niet gestraft als die legitiem geweld heeft gebruikt, maar een eenduidige bepaling hierover komt nu in het Wetboek van Militair Strafrecht. Ook het begrip ”oorlog” krijgt een ruimere uitleg.De Tweede Kamer bleek het donderdag eens te zijn met een wetsvoorstel hiertoe van de ministers Hirsch Ballin (Justitie) en Van Middelkoop (Defensie).
De regering wil met de aanpassing militairen een zo groot mogelijke rechtszekerheid bieden. De huidige bepaling stamt uit 1903 en is verouderd, onder meer omdat de taken van de krijgsmacht zijn gewijzigd. Zo gaan militairen vaker op missies. Die zijn niet alleen vredesbewarend maar steeds vaker vredesafdwingend.
Het begrip ”oorlog” wordt verbreed naar ”gewapend conflict”. Daaronder vallen de situaties waarin het internationaal humanitair recht van toepassing is. Militairen moeten zich hier aan houden en zich ook schikken naar de geweldsinstructie die vooraf voor een operatie is afgesproken.
De roep om een betere rechtspositie ontstond vooral na de strafzaak tegen marinier Eric O. over een dodelijk schietincident in Irak eind 2003. Defensie en Justitie raakten hierover met elkaar in de clinch. De militair werd uiteindelijk vrijgesproken.
Volgens Van Middelkoop en Hirsch Ballin is er na de zaak Eric O. veel verbeterd in de samenwerking tussen Defensie en Justitie. Er is contact en er zijn werkbare afspraken gemaakt met het OM tijdens missies.