Kinderlawaai
De zeventiende-eeuwse dichter Jacob Cats schreef: „Kinderen zijn hinderen.” Dat vinden tegenwoordig ook nogal wat mensen. Zij storen zich aan het lawaai van de spelende schooljeugd. Dat moet harder aangepakt worden.
Minister Cramer van Milieu denkt daar anders over. Zij gaat met ingang van 1 januari de geluidsnormen voor spelende kinderen op basisscholen en crèches schrappen. Juridisch gezien is kindergeschreeuw geen overlast meer.Buurtbewoners die zich storen aan het roepen, zingen en juichen van de jeugd en daarom naar de rechter stappen, hebben nu het nakijken. De rechter kan hen niet meer helpen
In de achterliggende tijd zijn er verschillende incidenten geweest waarbij omwonenden hun irritatie over het kinderlawaai duidelijk maakten. Bij het kinderdagverblijf Dromelot in Amsterdam gooiden woedende bewoners na sluitingstijd eieren en huisvuil op het speelplein. Een man schold met behulp van een megafoon de kinderen uit. Een rechtszaak die de omwonenden aanspanden, werd echter gewonnen door de crèche.
Elders liep dat minder goed af voor de kinderen. In Heemstede besloot de leiding van een school het speelkwartier te bekorten om de ontevreden buurtbewoners enigszins tegemoet te komen.
Dat het schreeuwen van kinderen soms hinderlijk kan zijn, zal niemand ontkennen. Zeker als men na een nachtdienst probeert te gaan slapen, kan het uiterst storend zijn wanneer het geroep van kinderen het huis binnendringt. Maar daar moet met enig overleg toch een oplossing voor gevonden kunnen worden.
Het gros van de klachten komt voort uit het egocentrisme waar onze maatschappij onder gebukt gaat. Mensen denken vooral aan eigen genot en eisen daarvoor de maximale ruimte. Wanneer een ander de gewenste comfortzone binnendringt, blijkt het lontje van veel mensen erg kort.
Pedagogen wijzen keer op keer op het belang van het feit dat kinderen met elkaar buiten spelen. Dat is goed voor hun gezondheid en sociale ontwikkeling. Juist in onze tijd wordt regelmatig gewezen op de risico’s voor de sociale ontwikkeling van kinderen als ze veel gekluisterd zijn aan televisie en computer. Daardoor worden ze geremd in hun sociale ontwikkeling. Buiten spelen is dus geen overbodige luxe.
Evenzo zijn onderwijskundigen ervan overtuigd dat het van belang is dat scholen niet aan de rand van steden maar juist midden in woonwijken staan. Kinderen zijn onderdeel van de maatschappij en moeten zich dat ook bewust worden. Wanneer de school op een geïsoleerde plaats staat, draagt dat niet bij aan de ontwikkeling van dat besef.
De Duitse schrijver Friedrich Hebbel schreef in de negentiende eeuw: „Spelende kinderen zijn levend geworden vreugden.” In plaats van zich te ergeren aan de joelende jeugd, zouden klagers moeten leren te genieten van het onbevangen gedrag van kinderen. Misschien zijn zij zelfs daarin een voorbeeld. Kinderen denken niet aan hetgeen voorbij is, noch aan wat komen zal. Zij genieten van het tegenwoordige. Slechts weinig volwassenen doen dat. Wie die les trekt, zal zich minder storen aan kinderlawaai.