Máxima toch weer aan de slag
Prinses Máxima zou het wat rustiger aan gaan doen in het belang van de kinderen, zo zei ze enkele maanden geleden. Toch aanvaardde zij maandag een nieuwe functie bij de Verenigde Naties die haar regelmatig in het buitenland zal brengen. Zij gaat zich er speciaal voor inzetten om financiële diensten voor iedereen toegankelijk te maken.
Secretaris-generaal van de Verenigde Naties Ban Ki Moon vroeg haar de functie als speciaal gezant te aanvaarden. De Nederlandse regering stemde ermee in. Officieel is Máxima nu ”Secretary-General’s Special Advocate for Inclusive Finance for Development”.Ban Ki Moon prees bij haar benoeming in New York de kwaliteiten van de prinses. „Uw zeer grote kennis en deskundigheid maken u tot de perfecte keus. U zult zich zo in kunnen zetten voor het welzijn van veel mensen die onze handen, die uw handen en die de Verenigde Naties nodig hebben.”
De prinses adviseert in haar nieuwe functie niet alleen de secretaris-generaal, maar zal wereldwijd het belang van goede bancaire voorzieningen bepleiten. Vooral mensen uit de lage inkomensgroepen en kleine ondernemers moeten zo een prikkel krijgen. Het moet voor die groepen normaal worden om een bank- of spaarrekening te openen. Zij moeten ook weten dat zij verzekeringen kunnen afsluiten en bedragen kunnen lenen om iets van de grond te krijgen, zo willen de VN.
Als speciaal pleitbezorger gaat de prinses in zeker opzicht door met het werk dat zij al deed als lid van de VN-adviseursgroep voor een toegankelijke financiële sector. Het verschil is dat zij tot nu toe vooral meewerkte aan adviezen over microfinanciering aan de secretaris-generaal. In haar nieuwe functie is ze vooral ambassadeur. Zij zal zich meer toeleggen op het verkopen van de boodschap.
Niet dat de prinses dat de afgelopen jaren niet heeft gedaan. De ene keer sprak ze in Latijns-Amerika een conferentie toe, de andere keer bezocht zij een congres in Zuidoost-Azië of het Midden-Oosten. Een maand later was zij in India voor een toespraak.
Tijdens die reizen probeerde zij bewindslieden en politici over te halen de armen een kans te geven. Tegelijkertijd deed de prinses aan ‘veldonderzoek’ door succesvolle projecten te bezoeken. Zij hoorde en zag zo hoe successen worden geboekt, maar ook waar er nog knelpunten liggen.
In juni, tijdens een seminar van de Rabobank in Utrecht, vertelde de prinses in enthousiast over een dergelijk bezoek. „In het dorpje Kolar, in India, sprak ik met een groep vrouwen die samen investeerden in het opvangen van regen om drinkwater te krijgen. Zij hadden ook samen een irrigatiesysteem opgezet om de watertoevoer voor het land constanter te maken. Ik was ontzettend onder de indruk van het effect dat deze toch eenvoudige systemen op de hele gemeenschap hadden. Niet alleen vergrootten ze de productie en de diversiteit aan producten, maar ook was dit systeem duidelijk een oplossing voor de bodemerosie. Het was ook fantastisch om te zien hoe trots deze mensen waren dat hun kinderen veel minder vaak ziek waren en weer naar school konden. Ze waren ook heel blij dat ze een tractor hadden gekocht voor hun mannen, zodat die hun werk sneller konden doen. Is dat niet vooruitgang? In India zijn er ook voorzichtige successen geboekt met oogstverzekeringen voor kleine boeren.”
Zo is er veel bereikt dankzij microfinanciering, zei prinses Máxima. „Op het gebied van sanitatie zijn er talloze voorbeelden in Afrika waar met kleine leningen een rendabele sanitaire voorziening wordt opgezet. In Pakistan zorgen microziektekostenverzekeringen voor een vangnet in tijden van ziekte. En energie: in Argentinië en in Bangladesh ken ik succesvolle programma’s die rurale gezinnen de mogelijkheid bieden met microkrediet te investeren in zonnepanelen. Dus in alle sectoren geldt dat met kleine kredieten, verzekeringen, veilige betaalsystemen en veilige spaarmogelijkheden mensen hun productiviteit en de kwaliteit van leven kunnen verhogen.”
Kruistocht
Hoe slaagde zij erin zover te komen? Prinses Máxima’s aanhoudende inzet voor microfinanciering begon toen zij door de VN werd gevraagd zich in te zetten voor het Jaar van het Microkrediet, dat in 2005 is gehouden. In dat kader bracht zij toen een werkbezoek aan Uganda en Kenia.
In 2006 vloeide uit deze activiteit een nieuwe functie voort. Prinses Máxima werd lid van de adviseursgroep van de Verenigde Naties voor een toegankelijke financiële sector. Deze werkte de resultaten en bevindingen die waren opgedaan tijdens het Jaar van het Microkrediet, verder uit. Máxima voerde in die hoedanigheid tal van gesprekken met mensen uit het bedrijfsleven, donoren, wetgevers, toezichthouders, microfinancieringsinstellingen en internationale organisaties.
In 2007 werd de prinses ook in Nederland gevraagd mee te denken over microfinanciering. Zij werd lid van de Raad voor Microfinanciering.
Eind vorig jaar overhandigde prinses Máxima aan Ban Ki Moon de aanbevelingen en zogeheten ”key messages” die de adviesgroep heeft opgesteld. Deze conclusies dienen als leidraad voor wet- en regelgevers, toezichthouders, ontwikkelingspartners en de private sector om de toegang tot financiële diensten te vergroten.
Máxima leek toen het boek microfinanciering even opzij te leggen, om zich meer met haar drie dochters te kunnen bezighouden. Met het accepteren van haar nieuwe functie lijkt zij het boek toch weer te openen.
„Mythe achter ons laten”
Prinses Máxima hield de dag na haar benoeming direct al een lezing in haar nieuwe functie. Zij sprak in de Verenigde Staten op de jaarlijkse vergadering van het Clinton Global Initiative, waar tal van wereldleiders en topmensen uit het bedrijfsleven op uitnodiging van de Amerikaanse oud-president Clinton samen nadenken over de toekomst.
Enkele citaten uit haar lezing, waarvan de volledige tekst op de site van het Koninklijk Huis is te vinden.
„Ondanks een aantal belangrijke ontwikkelingen in de afgelopen tien jaar hebben 2 miljard mensen nog steeds geen toegang tot de financiële diensten, diensten waarvan niemand van ons zich kan indenken dat we ze niet zouden hebben.”
„Ondanks de grote rol die spaarrekeningen kunnen spelen, heeft slecht 20 procent van de wereldbevolking een echte spaarrekening. Dat betekent dat 80 procent geen veilige plaats heeft om het geld weg te zetten.”
„We moeten de mythe achter ons laten dat arme mensen niet kunnen sparen.”
„Door financiële diensten te koppelen aan de snelle verspreiding van mobiele telefoons ontstaan prachtige kansen, in het bijzonder voor mensen die ver weg wonen.”