Kerk & religie

Kerk grote afwezige op congres over WMO

Ze werden donderdag verschillende malen genoemd, maar ze waren niet van de partij: de kerken. Maar ze krijgen een herkansing.

25 September 2009 10:29Gewijzigd op 14 November 2020 08:44
AMSTERDAM - Staatssecretaris Bussemaker van Volkgezondheid, Welzijn en Sport. Foto ANP
AMSTERDAM - Staatssecretaris Bussemaker van Volkgezondheid, Welzijn en Sport. Foto ANP

Het was staatssecretaris Bussemaker van Volkgezondheid, Welzijn en Sport die tijdens haar openingstoespraak tijdens een congres over de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) in Amsterdam aandacht vroeg voor de rol van kerken.„Er wordt samengewerkt met sportverenigingen, kerken, woningbouwcorporaties, aanbieders van zorg en noem maar op”, zo zei de bewindsvrouw om aan te tonen dat het oplossen van welzijnsproblemen in het kader van de WMO geen monopolie is van klassieke welzijnsorganisaties.

Werd enkele jaren geleden nog lacherig gedaan over de wet die gemeenten grote verantwoordelijkheid geeft voor het opzetten van maatwerk aan hulpbehoevende ouderen, jongeren en gehandicapten, nu gebeurt dat niet meer. Sportverenigingen, woningbouwverenigingen en ook kerken hebben een maatschappelijke verantwoordelijkheid. Bussemaker rekent erop.

Maar kerken zijn blijkbaar niet alleen probleemoplossers, maar ook probleemveroorzakers. Tenminste, zo zag de tweede persoon dat die in de plenaire zaal expliciet aandacht vroeg voor religieuze gemeenschappen. Volgens hem is het belangrijk dat welzijnswerkers in „moskeeën, tempels en kerken” komen omdat daar de problemen zich zouden samenballen.

Hoe kerken wél diaconale verantwoordelijkheid nemen voor de jongeren, de ouderen, de zieken en de gehandicapten, konden ze gisteren tijdens het congres niet laten zien. Op de WMO-markt die rond de congreszaal van de RAI in Amsterdam plaatsvond, was geen enkele kerkelijke gemeenschap of organisatie vertegenwoordigd. En dat terwijl elke zichzelf respecterende welzijnsinstelling wél een stand had.

Maar de kerken krijgen een herkansing. De bewindsvrouw kondigde gisteren namelijk aan dat ze het welzijnsbeleid op een nieuwe leest wil schoeien. Het belangrijkste kenmerken daarvan is dat het welzijnswerk niet langer „aanbodgericht, maar vraaggericht moet zijn.” Met andere woorden: niet de welzijnsinstelling met zijn hulpaanbod, maar de klant met zijn hulpvraag moet centraal staan. Tot slot, zo zei Bussemaker, „moet het werk gericht zijn op de straat en niet op het bureau.”

Alle kerken krijgen dus alle kansen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer