Kleine kudde
„De enge poort en de nauwe weg.” Matthéüs 7:13-14
Het is een nauwe weg, omdat de ingang van deze weg niet zo gemakkelijk te vinden is. De weg is ook zeer eenzaam, volgens de woorden van de Zaligmaker, als Hij de weg beschrijft en zegt dat er zo weinigen zijn die deze weg vinden. De wandelaars op deze eenzame en nauwe weg vormen op zich aangemerkt een grote schare van mensen die niemand tellen kan. Doch in vergelijking met de mensen op de brede zijn zij maar met weinigen. Het is een kleine kudde, aan welke het koninkrijk te geven des Vaders welbehagen is. Van deze weinigen wordt gezegd dat ze die weg vinden. Hier moet men al wat zoeken om op die weg te geraken, hier moet men met veel vlijt en naarstigheid bidden om die weg te vinden. Daarom gaat onze Zaligmaker bij zijn vermaning aandringen en zegt: Gaat in door de enge poort. Gezien de schadelijkheid van de brede weg en de voordeligheid van de nauwe weg, wie zou dan van zo’n schadelijke weg niet afstappen, die weg, die ten verderve leidt? Wie zou zo dwaas wezen dat hij in het gezelschap van vele mensen, langs een vermakelijke weg liever naar de hel wil lopen dan in gezelschap van weinigen naar de hemel?Johannes Barueth, predikant te Dordrecht (”De predikende en wonderdoende Christus”, 1752)