Actie urgent na bewijzen tegen Irak
Het bewijsmateriaal dat de Amerikaanse minister Powell deze week leverde tegen Irak is overweldigend, er is geen geloofwaardig alibi voor de dictator, meent Oliver North.
Volgens hem is vastberaden actie geboden. De ”bad guy” krijgt weer uitstel - die indruk blijft achter na de zitting van de VN-Veiligheidsraad deze week. De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Colin Powell gaf een presentatie over het wapenarsenaal van Hussein. Zijn bewijsmateriaal loog er niet om: zo’n anderhalf uur lang toonde de bewindsman gedetailleerde, specifieke en overtuigende feiten dat Hussein de internationale regels structureel aan zijn laars lapt.
Wie hoopte dat de VN in 2003 opnieuw de noodzaak in zouden zien de wereld te bevrijden van terrorisme, moet wel erg teleurgesteld zijn. VN-secretaris Kofi Annan toonde zich recent onverschillig omtrent de weigering van Irak met de VN-wapeninspecteurs samen te werken. Terwijl hij tegelijkertijd een terroristendictator uit Libië installeerde als hoofd van de mensenrechtencommissie van de VN.
De Franse regering van Jacques Chirac en de Duitse bondskanselier Gerhard Schröder, die anti-Amerikaanse sentimenten opwekte om herkozen te worden, hebben hun positie in de Veiligheidsraad gebruikt om de poging van de VS om Saddam van zijn massavernietigingswapens te laten ontdoen te dwarsbomen.
Na de presentatie deze week van tal van bewijzen over Iraks onbetrouwbaarheid vroeg Powell hoe lang de VN door wil gaan met het verdragen van Irak. Wanneer is het genoeg? De Franse minister van Buitenlandse Zaken Dominique de Villepin had zijn antwoord van tevoren ingestudeerd: het aantal inspecteurs verdrievoudigen, meer regionale kantoren openen, een speciale eenheid in het leven roepen die toezicht houdt op de geïnspecteerde locaties. Kortom: Parijs wil het onvermijdelijke zo lang mogelijk afwachten.
De Franse vertragingstactiek lijkt verdacht veel te maken te hebben met het feit dat het land wat heeft te verbergen. Iedereen weet dat de Fransen Irak hielpen zijn eerste nucleaire reactor (Osarik) te bouwen. Deze werd in 1981 door Israël verwoest. Analisten van het Pentagon zeggen dat de Fransen bewijsmateriaal willen verbergen dat hun betrokkenheid bij de Irakese productie van chemische en biologische wapens aantoont. In brede kringen wordt de volgende verdenking geuit: Frankrijk is bang dat Amerikaanse agenten na een eventuele invasie in Bagdad aanwijzingen zullen vinden dat Franse ambtenaren hebben geholpen in het uitwissen van sporen.
Betweters
Bush is echter een staatsman gebleken die er niet voor terugdeinst knopen door te hakken, hoewel zijn critici overal te vinden zijn. Pessimistische betweters beheersen radio en tv. Leden van het congres vitten vanaf de zijlijn, en de Fransen bewijzen hun onvolwassen reputatie met hun voorkeur voor liefde boven gevecht.
Bush wordt door dit alles niet afgeleid. Hij weet dat veiligheid „niet afhangt van de beslissing van anderen.” Bush is een president die begrijpt dat de Amerikaanse geschiedenis er een geweest is van grote beloften, doortrokken van het bewustzijn dat vrijheid niet altijd een universeel goed is geweest - de verwerving daarvan is historische uitzondering, triomf. Zoals de stichters van Amerika al begrepen, wordt vrijheid alleen gehandhaafd door voortdurende waakzaamheid. Door bereidheid ook de prijs ervan onder ogen te zien.
President Reagan drukte dit gevoel uit voor het congres in 1987, toen hij, in verband met de wereldvrede, waarschuwde de „verlamming van de Amerikaanse macht” te voorkomen.
Ook de vader van George W. begreep het belang van de vrede. Hij werd in de Tweede Wereldoorlog de jongste piloot van de marine. Later vloog hij 58 gevechtsmissies, voor hij 2 september 1944 neergeschoten werd boven Chichi Shima op de Bonin Eilanden. Gedurende zijn carrière streed hij tegen het kwaad van het communisme vanuit zijn posten als ambassadeur bij de VN, als belangrijkste liaison met het communistische China en als directeur van de CIA. Hij hielp Reagan de Sovjet-Unie op de knieën te dwingen en beschreef in een brief aan het congres van 1992 de dood van het communisme als „het grootste dat gebeurd is in de wereld tijdens mijn leven: Amerika heeft de Koude Oorlog gewonnen.”
Maar de vijanden van de vrijheid rusten nooit. Terwijl tijdens het presidentschap van George Bush sr. de in de Koude Oorlog behaalde overwinning gevierd werd, zag zijn zoon zich genoodzaakt het terrorisme, waarvan de eerste (onopgemerkt gebleven) schoten vielen in de tijd van zijn voorganger, de oorlog te verklaren.
Actie
„De gevaren die ons Amerikanen vandaag bedreigen, kennen geen grenzen”, vertelde Bill Clinton het congres in 1996. „Denk u in: terrorisme, de verspreiding van massavernietigingswapens (…) etnische en religieuze haat, agressie van schurkenstaten.” Maar in tegenstelling tot William the Zipper, die met een handvol intimi over zaken van oorlog en vrede peinsde in rapsessies op een late pizzaparty, is Bush van plan meer te doen dan alleen „nadenken” over de gevaren die de vrijheid en de wereldvrede bedreigen. „Welke actie ook ondernomen moet worden, wanneer handelen maar noodzakelijk is, zal ik de vrijheid en zekerheid van het Amerikaanse volk verdedigen”, beloofde hij. Terroristen zullen „dood of levend” boeten voor hun daden. Hussein zal zijn dictatorschap kwijtraken, vrijwillig of onvrijwillig, en „vrije mensen zullen de koers van de historie bepalen,” aldus Bush.
Veel commentatoren in de media moeten hun woordenboeken onder het stof vandaan halen om te ontdekken dat dít de definitie van leiderschap is. Het Amerikaanse publiek heeft het begrepen, blijkens de hoge percentages van medestanders in opiniepeilingen, nadat Bush zijn State of the Union-toespraak had gehouden.
En hoewel er nog steeds landen zijn die willen beweren dat Hans Blix en zijn vriendelijke medewerkers meer tijd zouden moeten krijgen om te lopen pronken rond Bagdad, blijft het een feit dat nu vastberaden actie ondernomen moeten worden. Actie om internationale agressors te weerstaan.
De auteur, woonachtig in Virginia, is directeur van Freedom Alliance, een conservatieve non-profit denktank in Amerika.